Wapen van de Amsterdamse Admiraliteit
zoals
op vanaf ca. 1615 gegoten bronzen kanonnen. (Coll. Rijksmuseum Amsterdam)
Terug naar Symbolen van
de Marine
ls
vestigingsplaats voor de door Leicester in 1586 opgerichte Admiraliteit van het
Noorderkwartier was aanvankelijk Hoorn bestemd. Aangezien de Gecommitteerde
raden van West-Friesland het College niet direct wilden erkennen week het uit
naar Amsterdam, zeer tot tevredenheid van de Staten van Holland. Op 28
augustus 1586 zijn de Gecommitteerde Raden daar met hun werkzaamheden begonnen. De
jurisdictie van het College omvatte eerst Amsterdam, West-Friesland,
Friesland, Gelderland, Overijssel en Utrecht. Bij de hervorming van het
zeewezen in 1597 werd de jurisdictie afgeslankt tot Amsterdam, Utrecht, de
Gelderse IJsselstreek, Overijssel en Twente. In deze vorm heeft de
Amsterdamse Admiraliteit bestaan tot 1795. [1]
|
||
Gecommitteerde Raden ter Admiraliteit residerende binnen
Amsterdam
|
||
Al een jaar na het totstandkomen van een college superintendent van de Admiraliteit werd een zegel voor de „Gecommitteerde Raden ter Admiraliteit residerende binnen Amsterdam” gebruikt. Hierop staat een leeuw met twee gekruiste ankers binnen de Hollandse Tuin. De toegevoegde letters S H van Staten van Holland duidt aan dat het hier om de Hollandse Admiraliteit gaat waarvan de bevoegdheden zich uitstrekten over de gehele noordelijke helft van de Republiek. Na het totstandkomen van het compromis van 1597 waarbij de Amsterdamse Admiraliteit alleen wat te zeggen kreeg over de middenstrook van het land werd ook het zegel veranderd. De leeuw, nog steeds binnen de Hollandse Tuin, is nu van voren te zien afgebeeld en houdt twee gekruiste ankers voor zich vast. In het zegelveld zijn naast de leeuw de letters A A toegevoegd die voor de nieuwe afdeling staan. Aan deze beschrijving voldoen ook latere afbeeldingen van het embleem van de Gecommitteerde Raden van de Amsterdamse Admiraliteit. Tijdens het 1e Stadhouderloze Tijdperk werd onder het bewind van Raadpensionaris Johan de Witt de de zeemacht van de Republiek versterkt. In dat kader werden nieuwe gebouwen en werven gebouwd die moesten zorgen voor de bouw en het onderhoud van oorlogsschepen. Ook werd, zoals blijken zal aan de presentatie van de verschillende Admiraliteiten die met de ontwikkeling van de vloot waren belast meer aandacht besteed. Zo zien we in Amsterdam dat het embleem van de Gecommitteerde Raden langzamerhand in een wapen verandert. Het embleem van de Gecommitteerde Raden werd eerst, als beeldhouwwerk, aangebracht boven de ingangen aan de voor- en achtergevel van ’s Lands Zeemagazijn (thans Scheepvaartmuseum) in Amsterdam dat in 1656 werd gebouwd. In deze versie is de Hollandse Tuin uit het zegel vervallen en vervangen door een schelp met ter weerszijden twee boegen van klassieke schepen en enig wapentuig. Het stond ook op de tympanons van de later toegevoegde zijgevels op de plaats waar thans het staatswapen van het koninkrijk is aangebracht. Het symbool met de Hollandse leeuw en de gekruiste ankers uit 1597 staat ook, in een indrukwekkende versie, in het tympanon van het Prinsenhof. De kloosterkapel van het St. Ceciliënklooster aan de Oudezijds Voorburgwal werd omstreeks 1590 ingericht tot kantoor der convoyen. In 1594 werd het complex gereedgemaakt voor het ontvangen van belangrijke gasten waaraan het de naam Prinsenhof ontleent. Vanaf 1597 vergaderde de Admiraliteit in het Prinsenhof en ze kreeg in 1647 de beschikking over het hele complex, dat daarna ook wel Zeekantoor werd genoemd. De zuidervleugel maakte in 1661/’62 plaats voor het onder leiding van de metselaar Willem Jacobsz van Gaffel opgetrokken gebouw waar de Admiraliteit voortaan zetelde. In het tympanon stata het embleem van de Gecommitteerde Raden omringd door symbolen die betrekking hebben op de bezigheden van de Raden Ongeveer tezelfdertijd schilderde Ferdinand Bol een groot doek waarop een allegorie op de Admiraliteit voorkomt. Deze wordt voorgesteld als een gezeten maagd die wordt gehuldigd door Neptunus en Mercurius terwijl Minerva met zwaard en schepenkroon toekijkt. Met haar rechterarm steunt zij op een ijzeren schild waarop het embleem van de Gecommitteerde Raden in relief is aangebracht.. Een tweede stuk waarop de symbolen van de Admiraliteit nieuwe vormen kregen was een hoogrelief waarop het embleem van de Gecommitteerde Raden op dezelfde manier op een schild werd gezet maar het schild een toen meer gebruikelijke vorm kreeg en bovendien werd gekroond. Dit wapen in meer heraldische zin is aan treffen in het tympanon van de poort naar het terrein van de Admiraliteitswerf aan de Kattenburgerstraat die eveneens omstreeks 1660-´62 werd gebouwd. Hierop is het gekroond en omgeven met een krans. In het veld van het tympanon ligt verder allerlei wapentuig. In de daaropvolgende jaren wordt het wapen nog twee keer gewijzigd. Eerst wordt de leeuw, waarmee kennelijk de Hollandse leeuw werd bedoeld, veranderd in de de Statenleeuw gewapend met een zwaard en met een pijlbundel in zijn linkerklauw. Ook werd de wapenspreuk van de Staten Generaal toegevoegd. In een volgende versie, nu ook in kleur, is de Statenleeuw gekroond en is de kroon veranderd in de prinsenkroon die door de Staten Generaal werd gevoerd. Tenslotte werd het wapen van de Staten Generaal gebruikt, de leeuw ongekroond. De ankers werden achter het schild geplaatst in plaats van er binnen en het geheel kwam in de Hollandse Tuin te staan. Deze wapencompositie kwam ook te staan op het nieuwe zegel van de Gecommitteerde Raden uit 1677. Dit wapen is door de Amsterdamse Raden gebruikt tot de opheffing van de Admiraliteit in 1795. |
||
|
|
|
1. Zegel van de
Gecommitteerde Raden van de Admiraliteit van Amsterdam, 1590 2. Zegel van de Gecommitteerde
Raden van de Admiraliteit van Amsterdam, 1597 3. Zegel van de Gecommitteerde Raden van de
Admiraliteit van Amsterdam, 1677 (1 & 2: Maritiem Museum Rotterdam, 3. De Jong
Zeewezen Dl. 5) |
||
. Embleem van de
Gecommitteerde Raden, 1656. Boven de ingang aan de Kattenburgerstraat van ´s Lands Zeemagazyn, gebouwd door Daniël Stalpaert. Het arrangement komt overeen met een embleem uit ongeveer dezelfde tijd van de Rotterdamse Gecommitteerde Raden. Hierin staat een rode leeuw met zwaard en pijlbundel op twee gekruiste ankers, het geheel op een schelp. |
Embleem van de
Gecommitteerde Raden Residerende binnen Amsterdam Het embleem bestaat uit de Hollandse leeuw met twee gekruiste ankers, staande binnen de Hollandse Tuin. In dit tympanon van het Prinsenhof in Amsterdam is het embleem vergezeld van beelden van Justitia en Mars, navigatieinstrumenten en een haan. Aan de buitenzijde staan symbolen van de voorspoed en de handel en ter uiterste linker- en rechterkant Neptunus, de god van de zee op een dolfijn, en Triton op een zeepaard. Boven het embleem houden twee zwevende engeltjes een lauwerkrans vast. |
|
Schild met het embleem van
de Amsterdamse Gecommitteerde Raden. Op de „Allegorie op de Amsterdamse Admiraliteit”. De gezeten maagd houdt hierop een ovaal ijzeren schild vast met daarop, in overeenstemming met het zegel van de Admiraliteit van 1597, een in de Hollandse Tuin gezeten leeuw met twee gekruiste ankers. Schilderij van Ferdinand Bol (1616-1680), ca. 1662. Dit schilderij hing in ’s Lands Zeemagazijn boven de ingang van de Admiraliteitskamer rechts van het portaal. (Amsterdams Historisch Museum, inv. SA 3001, detail). |
|
Wapen van de Gecommitteerde Raden van de Amsterdamse Admiraliteit
Op het tympanon van de
poort naar het Marineterrein aan de Kattenburgerstraat in Amsterdam W.: [Goud] een [Rode]Leeuw op [blauwe] gekruiste ankers staande in de Hollandse Tuin. Kroon met drie fleurons en twee parelgroepjes van drie. De poort in
de Kattenburgerstraat was de toegang tot de werfterreinen van de
Admiraliteit. Nadat in 1656/’57 het Zeemagazijn gebouwd was, ontstond er al
vlug de behoefte aan een werf. In 1660 verkocht de stad een stuk grond ten
noorden van het Zeemagazijn aan de Admiraliteit waarop de werf werd
aangelegd. De monumentale toegangspoort stamt uit die tijd.[2] Wapen van de Gecomm. Raden van de
Admiraliteit v. Amsterdam tussen 1660 en 1669. W.:
Twee gekruiste ankers beladen met een leeuw met zwaard en pijlbundel, tussen
de letters P P en staande binnen de Hollandse Tuin. Het schild gedekt met een
kroon van drie fleurons en twee parelgroepjes. Motto: CONCORDIA RES PARVÆ CRESCUNT. Dit
vignet werd nog gebruikt op een publicatie uit 1788. |
|
Wapen van de Amsterdamse Admiraliteit
op een glasraam in de kerk van Oudshoorn. Het
raam werd in 1669 geschonken door de Gecommitteerde Raden van de Admiraliteit
van Amsterdam.[3] Het
wapen is: Rood, een gouden gekroonde leeuw met zwaard en pijlbundel staande
op een groene grasgrond in de Hollandse Tuin in de natuurlijke kleur, tussen
twee staande blauwe ankers. Op het wapen staat een kroon van vijf fleurons,
vier parels en drie beugels. Wapenkussen van de
Amsterdamse Admiraliteit, 17e eeuw. W.: Van de Staten Generaal in de nieuwe kleuren, de leeuw ongekroond. Kroon van 5 fleurons, geplaatst op twee gekruiste ankers en staande in de Hollandse Tuin. Het geheel tussen de letters AA. (Coll.Nederlands Scheepvaartmuseum, Amsterdam. Inv. nr. a. 1182. Foto N.S.M.) |
|
De Levende en de Dode Zeemacht |
|
|
|
Spiegel van het schip
Prins Hendrik . Bovenaan de wapencompositie van de stad Amsterdam en
onderaan de wapens van prins Willem III en de Amsterdamse Admiraliteit.
Daarboven de wapens van Gelre, Holland en Overijssel waarover de Amsterdamse Admiraliteit
bevoegd was in zaken van de Admiraliteit. Op de plaats van de naam een beeld
van prins Frederik Hendrik. Tekening van Willem van de Velde de Oude (Museum
Boymans van Beuningen inv. nr. MB 1866/T215) Als één van de beide lagere Admiraliteiten die door Leicester in 1586 werden opgericht voerde de Amsterdamse Admiraliteit een wapen dat een variant is van het wapen van de Centrale Admiraliteit die door Leicester was voorzien. Dit was, naar analogie van de het symbool van de Centrale Admiraliteit van de Habsburgse Nederlanden, een schild waarop twee gekruiste ankers. |
|
|
|
De oudst
bekende versie van het wapen van de Amsterdamse Admiraliteit is goud met twee
blauwe gekruiste ankers en in het schildhoofd de letter A van Amsterdam. Deze
versie is te vinden op een gebrandschilderd raam in de Grote Kerk van Edam
uit 1607. [4] Een latere versie toont goud met twee gekruiste ankers tussen de letters AA. Het is vooral bekend van de afbeeldingen van schepen die door de Amsterdamse Admiraliteit werden uitgerust. In kleur is het te zien op het schilderij van „De Gouden Leeuw op het IJ” van Willem van de Velde de Jonge en thans in het Amsterdams Historisch Museum. Op bovenstaande tekening van de spiegel van de Prins Hendrik is ook te zien hoe het heraldische programma van de oorlogsschepen van de Republiek kon zijn samengesteld. Bovenaan staat het wapen van de financier, in dit geval het Amsterdamse stadsbestuur. Onderaan staat het wapen van de bouwer en beheerder van het schip, in dit geval de Amsterdamse Admiraliteit met daarnaast het wapen van Willem III als admiraal generaal. Daarboven staan de wapens van de provinciale staten die mogelijk de opdrachtgevers waren. In het midden staat het symbool of wapen van de persoon of instantie waarnaar het schip is vernoemd in dit geval het beeld van prins Frederik Hendrik. |
|
Het wapen met de gekruiste ankers en de letters AA van Amsterdamse Admiraliteit werd ten behoeve van het dagelijks bestuur vermeerderd met twee schildhouders en een kroon, terwijl op het postament het wapen van Amsterdam staat. Het wapen stelt dus het dagelijks bestuur van de Amsterdamse Admiraliteit voor als een functie van de Amsterdamse Admiraliteit, en niet, zoals in andere gevallen van de Gecommitteerde Raden (Rotterdam) of de Provinciale Staten (Noorderkwartier en Zeeland). Een wapencompositie waarin het wapen wordt gehouden door slechts één schildhouder, zoals uit Rotterdam bekend is, is niet gevonden. Er zijn geen aanwijzingen gevonden die de keuze van de zeemeermannen als schildhouders verklaren. Waarschijnlijk moeten zij gezien worden in samenhang met het wapen van Amsterdam en de kroon en hebben zij betrekking op de eigenmachtigheid van de stad in zeezaken die bestond bij de gratie van de zee. De wapencompositie komt voor op kanonnen die voor de Amsterdamse Admiraliteit in de 17e eeuw werden gegoten. [5] Er zijn geen andere, latere of gekleurde afbeeldingen van gevonden. Het wapen is: [Goud] twee [zwarte] gekruiste ankers tussen de letters A A. Schildhouders: Twee zeemeermannen die een „zeekroon” omhooghouden. Op het postament het wapen van Amsterdam: Rood, een zwarte paal beladen met drie witte Andrieskruisjes. Æ Zie afbeelding in de kop van dit artikel. |
|
Er zijn twee scheepsvlaggen van de Amsterdamse Admiraliteit bekend nl. een rode en een witte scheepsvlag. Ze zouden, naar Engels voorbeeld, gevoerd moeten zijn door het witte en het rode eskader van de Amsterdamse Admiraliteit. Een blauwe vlag is niet bekend. De vlaggen staan afgebeeld op een vlaggenkaart uit het eind van de 18e eeuw die de trofeeën van het eskader Van Braam in de Indische Archipel in 1794 voorstelt (afb). In de kop van deze vlaggenkaart staan de vlaggen van de Amsterdamse Admiraliteit. Zij bestaan uit respectievelijk een rood en een wit doek, aan de boven- en onderzijde gezoomd met een rood-wit-blauwe strook. In het midden staat het wapen van de Gecommitteerde Raden zoals boven beschreven. Er onder een blauw tekstlint, vermoedelijk met de woorden PUGNO PRO PATRIA in gouden letters. [6] |
|
Commandement Maritieme
Middelen IJmond/Amsterdam Commandement Maritieme Middelen Amsterdam (sinds 1984) |
|
In 1795 werden de
Admiraliteiten opgeheven en kwamen te staan onder het Committé tot Zaaken van
de Marine. De vroegere gecommitteerde raden werden in Amsterdam vervangen door
Commissarissen (tot Zaaken van de Marine) te Amsterdam. Deze zegelden met het
zegel van het Committé tot Zaaken van de Marine. Dit stelde het wapen van de
Staten Generaal voor, geplaatst of twee gekruiste ankers waaronder het woord
MARINE en met het omschrift VRYHEID GELYKHEID BROEDERSCHAP. Dit werd gebruikt van 1795 tot 1798. Droogzegel van het
Committé tot Zaaken van de Marine [7] Na de staatsregeling van 1798 werd het zegel vermoedelijk vervangen door een zegel met de Nederlandse Leeuw binnen een opschrift en tijdens het Koninkrijk Holland door een zegel met het wapen van Lodewijk Napoleon. Van deze zegels, als zij al bestaan hebben, zijn geen voorbeelden bekend. Ten tijde van de inlijving van de Nederlanden bij het Keizerrijk Frankrijk werd aan het zegel voor de afdeling van de Marine in Amsterdam weer de plaatsnaam toegevoegd.
Zegel van de afdeling
Amsterdam van de dienst voor Marine en de Koloniën van het Franse Keizerrijk,
1810-1813 [8] Het huidige Commandement Maritieme Middelen Amsterdam vervult voor een gedeelte de functies die de dienst levende en dode zeemacht van de admiraliteit van Amsterdam vervulde. Wapen: In zilver een leeuw van keel, getongd en genageld van azuur, houdende in de voorklauwen een hellebaard van sabel en staande binnen een omheining van sabel. Kroon: Een gouden schepenkroon. Schildhouders: een gouden koord and twee zwarte gekruiste ankers de stok in de natuurlijke kleur. Devies: PUGNO PRO PATRIA (ik vecht voor het vaderland) in Latijnse letters van zilver op een lint van sabel. Aangenomen bij Beschikking 877337/876429 van 29 oktober 1975. De leeuw stelt de provincie
Holland voor, beveiligd door een omheining. Om de toegang tot deze tuin te
bewaken draagt de leeuw een hellebaard, het wapen van de schildwachten. De spreuk verwoordt de bedoeling
van de leeuw. [9] |
© Hubert de Vries 25.1. 2007. Updated 23.10.2007; 2010.12.20; 2014-08-09
[1] Voor de gang van zaken bij het totstandkomen van de Amsterdamse Admiraliteit: Hullu, J. de: De Archieven der Admiraliteitscolleges. ´s Gravenhage, 1924. Pp. 29 e.v.
[2] Kruizinga,
J.H.: Adieu Kattenburg, 1966. p. 25. Ook Wagenaar beschrijft de poort in zijn Stadshistorie. Met
dank aan Onno Boers, Ver. Vrienden Amsterdamse Gevelstenen.
[3] Peters, Dick: De 17 Gebrandschilderde Glazen in de Oudshoornse Kerk. De ontwerptekening van het glas in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam inv. nr. RP-T-1894-A-2850
[4] Ruyven-Zeman, Zsuzsanna van: Edam, de Glazen van de Grote Kerk, Edam, 1994
[5] De wapencompositie is te vinden: 1. Coll. Rijksmuseum Amsterdam nr.
NG-NM-11784 met het opschrift AD 1615
/ DIE ADMIRALITEIT TOT AMSTERDAM / 12 / GHERARDUS KOSTERUS ME FECIT AMSTERDAM.
2. Naast het standbeeld van De Ruyter in Vlissingen: 1617 D’ADMIRALETIJT TOT AMSTLEREDAM. 3. The Visser
Collection: L.: * 2860 * A / t GERARD t KOSTER t ME t FECIT t AMSTELREDAMI t A° 1653. Dezelfde,
op ondergeschikte punten afwijkende,
wapencomposities staan op twee andere kanonnen gedateerd 1650 en 1674..
[6] Coll. Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam
inv. nr. S. 585 (04). Lit.: M.J.B. Pool, 'Vergeten
vlaggen: de trofeeën van het eskader Van Braam in de Indische Archipel', 1784,
in: Armamentaria 36 (2001), 50-72. De tekst is op de beschikbare
reproducties niet te lezen.
[7] Commissarissen
te Amsterdam, uit het Committé tot de zaaken van de MARINE, resideerende in den
Hage, aan de Municipaliteit van Wageningen. Amsterdam den 20 October 1795 Het 1e
Jaar der Bataafsche Vryheid. W.g.: C.E.?-ailliant P. de Gyselaer, Subst. Secr.. GAWageningen, Oud Archief 105. Betreft deserteur Hermanus
de Kemp. (Coll. Anton Zeven dig).
[8] Naar De Jonge op.cit. 1862
[9] Eekhout, L.L.M., O. Schutte & P.J.F. van der Pol:
Emblemen van de Koninklijke Marine. Coats of Arms of the Royal Netherlands Navy.
Leeuwarden, 1991. No 51