BRABANT
|
||||
Het wapen van Brabant is een gouden leeuw met rode tong en klauwen op een zwart veld. De Hertogen van Nederlotharingen en Brabant. In het jaar 1101 werd het Hertogdom Nederlotharingen in leen gegeven aan Hendrik van Limburg. Vijf jaar later werd deze uit zijn leen ontzet en werd Godfried met de Baard, Graaf van Leuven met het hertogdom beleend. Door de verregaande verzelfstandiging van de graafschappen in het hertogdom, van de Prinsbisschop van Luik en de aartsbisschop van Keulen, hield het hertogdom Nederlotharingen aan het eind van de twaalfde eeuw feitelijk op te bestaan. Niettemin bleven de graven van Leuven aan de hertogstitel, die hen overigens door de Limburgers werd betwist, hechten. Hun feitelijke macht ontleenden zij echter aan hun bezittingen in het westen van het hertogdom die voornamelijk door Hertog Godfried III werden uitgebreid en geconsolideerd. Aan het eind van zijn regering strekte zijn invloedssfeer zich uit van de oude heerweg Tongeren-Bavai in het zuiden, de Ley en de Dommel in het noorden, de Schelde in het westen en de Kempen in het oosten. Voor dit gebied namen Godfried III en zijn zoon Hendrik I vanaf ca. 1188 de naam Brabant in hun titulatuur op. Na hen zijn Nederlotharingen en Brabant tot aan het eind van het Ancien Régime onverbrekelijk in de hertogstitel verenigd gebleven. |
||||
De Unie van Brabant en Limburg. Toen in 1283 de laatste hertogin van Limburg overleed, waren er twee kandidaten voor de opvolging in het hertogdom. De eerste was haar echtgenoot graaf Reinout van Gelre en de tweede graaf Adolf van Berg. Toen de laatste geen kans zag zijn aanspraken te verwezelijken, verkocht hij zijn rechten aan Jan I waarmee ook aan het probleem van de limburgse aanspraken op de hertogstitel een eind kwam. Het zou echter tot de befaamde Slag bij Woeringen in 1288 duren voordat Jan I ook daadwerkelijk in het bezit van Limburg zou komen. Van deze tijd af komt in het "dagelijks gebruik" een combinatie van het wapen van Brabant en dat van Limburg in zwang, de laatste te herkennen aan het kroontje en de gespleten staart. Ze staan in een gedeeld schild op munten uit de laatste regeringsjaren van Jan I die voor circulatie in de beide hertogdommen geslagen werden. Vanaf de regering van Jan II, neemt de samenvoeging, nu in een gekwartileerd schild, vastere vormen aan. In kleur is het te zien in het Heidelberger Liedboek uit ca. 1300 waarin de hertog in de slag is afgebeeld met een schild en een vaandel waarop de wapens van Limburg en Brabant zijn gekwartileerd. In 1320 verschijnt het gekwartileerde wapen ook op het hertogelijk zegel, tesamen met de titels "Lotheringie, Brabantie et Lymbvrgie Dvx". [1] Naar uit de zegels van Jan II en Jan III blijkt was het helmteken van de brabantse hertogen sinds het eind van de dertiende eeuw een gevleugelde draak. Mogelijk heeft Jan III het aan het eind van zijn regering veranderd in twee vleugels van pauweveren met hermelijnen slagpennen waartussen een pauwestaart. Zo documenteert de Heraut Gelre het tenminste. Na de dood van Jan III wiens zonen waren overleden, volgde zijn dochter Johanna hem in de al door verbond van 8 maart 1355 onafscheidelijke hertogdommen Brabant en Limburg op. Eind februari 1356 deden zij en haar echtgenoot Wenceslas van Luxemburg hun "Blijde Inkomste" in Leuven. De personele unie die door het huwelijk tussen Johanna en Wenceslas ontstond vond zijn weerklank in het wapen van Wenceslas. Dit was gekwartileerd van de wapens van de beide gebieden. Op de helm op het schild plaatste hij het helmteken van de Luxemburgers: twee zwarte vleugels bezaaid met gouden lindeblaadjes. [2]) De personele unie eindigde met de dood van Wenceslas in 1383. Johanna regeerde verder alleen in haar eigen hertogdommen totdat zij op 7 mei 1404 haar rechten overdroeg aan haar nicht Margaretha van Male. Deze droeg op 19 mei het bestuur op aan haar zoon Anton van Bourgondië. Anton volgde zijn moeder in 1405 in beide hertogdommen op. |
||||
De Bourgondiërs. Anton was door zijn vader, Filips de Stoute, een telg uit het franse koningshuis en kon als zodanig het wapen met de lelies voeren, omgeven door een rood-wit geblokte zoom (Valois). In zijn wapen voor Brabant nemen de lelies de belangrijkste plaatsen in het eerste en vierde kwartier in. De zoom is vervallen daar met de leeuwen het onderscheid al voldoende werd aangegeven. [3]) Op het schild staat een helm met het helmteken van de Bourgondiërs, een driedimensionale lelie bezet met kwastjes. Anton voegde aan het wapen nog twee leeuwen als schildhouders toe. In zijn wapenvoering werd Anton nagevolgd door zijn zoons Jan (1415-'27) en Filips (1427-'30). De laatste verving de schildhouders ook door adelaars, de linker omziend. [4]) Tijdens het leven van hun vader resp. broer hadden zij hetzelfde wapen als hun vader gevoerd, de franse kwartieren echter gebroken met resp. een geblokte zoom en een geschulpte geblokte zoom. Na de dood van Filips in 1430 kwamen de hertogdommen aan zijn achterneef Filips de Goede van Bourgondië, sinds 1418 al graaf van Vlaanderen. Bij zijn Blijde Inkomste werd Filips verplicht de kwartieren van Brabant en Limburg in zijn wapen op te nemen. Ze kwamen resp. in het tweede en derde kwartier te staan, beide gedeeld met het wapen van Bourgondië dat geschuinbalkt van zes stukken goud en blauw met een rode zoom is. Sindsdien heeft het wapen van Brabant deel uitgemaakt van de wapens van alle souvereinen in de Nederlanden die de hertogstitel voerden. Het is verder als pretentiewapen te vinden in de wapens van enkele andere europese vorsten. Vanaf het midden van de vijftiende eeuw is het oorspronkelijke éénvoudige wapen van Brabant te vinden tussen de wapens van de andere gewesten in het bezit van de Bourgondiërs. Daarnaast treffen we in de vijftiende eeuwse wapenboeken en op munten het oude, van Brabant en Limburg gekwartileerde wapen nog aan tot de regering van Filips de Schone. Voor zowel het enkelvoudige als het gekwartileerde wapen werd bij tijd en wijle het oude helmteken van Jan III gebruikt. [5]) |
||||
Een Nieuw Wapen voor Nederlotharingen. Zoals we zagen is de gouden leeuw op het zwarte veld eerder met de hertogstitel dan met een bepaald territorium te associëren. Dit veranderde toen de basis van de hertogelijke macht uiteindelijk niet meer de keizerlijke benoeming was maar de heerschappij over een bepaald territorium waarvoor het niet van belang was welke positie men in de militaire rijkshiërarchie innam. Zeker kon het wapen met de leeuw aanvankelijk eerder in verband gebracht worden met Nederlotharingen dan met Brabant, maar in de loop van de dertiende eeuw veranderde dat. Aan het eind van zijn regering voerde Hendrik II, om wat voor reden dan ook, een wapen met een witte balk op een rood veld, mogelijk gebroken met een gouden barensteel. [6]) Het staat zo beschreven in het wapengedicht van Conrad van Mure dat op ca. 1245 moet worden gedateert. In dit gedicht staat: Dux Brabante, tuus clipeus rubet; hunc ita
pingam Albam, quod caput hic auri diademate cingam. [7]) Dit wapen kan beschouwd worden als het familiewapen van Hendrik II omdat ook de Heren van Perwez, die met hem verwant waren, een wapen met een witte balk op rood voerden. Het kan daarom ofwel met Leuven, dan wel met Brabant (zoals Conrad van Mure suggereert) in verband worden gebracht, maar zeker niet met Nederlotharingen. Na de totale ineenstorting van het centrale keizerlijke gezag met de dood van Keizer Frederik II in 1250, verdween ook wat er nog aan regulering van titulatuur en wapenvoering was geweest. In dit kader kon het wapen met de leeuw, dat meer status had dan het wapen met de balk, het dynastieke wapen van het Leuvense Huis worden en verder worden gebruikt als wapen van Brabant. Zowel door de wapenrol Bigot als door Mattheus van Paris wordt daarom het wapen met de gouden leeuw op zwart uitdrukkelijk het wapen van (de hertog van) Brabant genoemd. [8]) Tijdens de regering van de Hertogen Johanna en Wenceslas moet de behoefte zijn ontstaan om ook de titel Hertog van Nederlotharingen met een symbool gestalte te geven. Onder het bijschrift "Lothrike" verscheen in verband daarmee een rood vaandel met een witte balk. Het staat voor het eerst in het wapenboek van de Heraut Gelre op het blad waarop de wapens staan van de Hertog van Brabant en zijn vazallen. Het wordt elders in deze rol, in wapenvorm, beschouwd als het wapen van Bouillon en in het bijzonder van Godfried van Bouillon. Na het aantreden van Filips de Goede in Brabant werd dit vaandel geheraldiseerd tot een wapenschild met helmteken. Het staat voor het eerst in het wapenboek Bergshammer en het wordt gedekt met een helm met een pauwestaart als helmteken. Vanaf het begin is dit wapen dus identiek geweest aan het wapen met helmteken van Oostenrijk. [9]) Het wapen met de balk is voor Nederlotharingen vanaf de regering van Filips de Goede tot aan het eind van het Ancien Regime in gebruik gebleven. Het staat gewoonlijk bij de wapens van de andere gewesten en het neemt in de volgorde dan altijd de eerste plaats in, vóór de wapens van Bourgondië en Brabant. Vanaf de regering van Karel V staat het, gekroond met een hertogelijke kroon, in het zegelveld van het zegel voor de Raad van Brabant. [10])
|
||||
De Habsburgers. Zoals al eerder werd uiteengezet verplichtte Hertog Filips de Goede zich bij zijn Blijde Inkomste in Brabant de wapens van Nederlotharingen, Brabant, Limburg en het Markgraafschap in zijn wapen op te nemen. Het betreffende artikel is eigenlijk pas onder de regering van Filips de Schone uitgevoerd. In de bezittingen van Filips de Schone namen Brabant, Limburg en Antwerpen een bijzondere plaats in daar zij, anders dan de overige gewesten, aan de rechtsmacht van het Heilige Romeinse Rijk waren onttrokken. Voor dit gebied, waar de bourgondische ambities dus gedeeltelijk waren verwezelijkt gebruikte Maximiliaan van Oostenrijk als regent een apart wapen. Het is gekwartileerd van Nederlotharingen (dus niet: Oostenrijk), Brabant, Limburg en het nieuwe wapen van het Markgraafschap. Op een hartschild staat het gekroonde wapen van Maximiliaan als Duits Koning. [11]) Karel V veranderde dit wapen o.m. door in het vierde kwartier het wapen van het Markgraafschap te vervangen door nogmaals een balk (dat dus ook kon worden uitgelegd als het wapen van Oostenrijk). Hiermee werd meer aangesloten op de door Hertog Wenceslas gevestigde traditie waarbij het dynastieke wapen werd gekwartileerd met de wapens van Brabant en Limburg. De meerdere uitleg waarvoor het wapen van Karel V vatbaar is laveert overigens behendig tussen de dynastieke politiek van zijn grootvader Maximiliaan en de op autonomie gerichte politiek van de Brabanders. Het wapen voor Brabant van Karel V is zeker nog door Filips II gevoerd, maar na de Opstand verdween het. Vanwege het toegenomen belang van de Staten van Brabant, konden zij vanaf het begin van de zestiende eeuw zelfstandig gebruik maken van het wapen met de leeuw. Zo staat het op het statenzegel van 1528. Hierop is het, evenals op het zegel van 1557, ongekroond daar uiteraard Karel V en Filips II souverein bleven. Naast het schild staat een bourgondisch kruis met een vuurslag in het midden, het symbool van de Bourgondiërs. [12]) |
||||
Later Gebruik. In 1581 zwoeren ook de Staten van Brabant Filips II als koning af. In plaats daarvan erkenden zij Frans van Anjou als souverein. Na zijn dood lieten zij een penning slaan waarop het wapen is gekroond, omdat ze nu feitelijk de plaats van de souverein innamen. Het bijschrift "Symbolum Interregni" duidt er op dat men de toestand als voorlopig beschouwde n.l. totdat er een nieuwe vorst zou zijn gevonden. In de jaren daarop wisten de Spanjaarden het gehele hertogdom te heroveren waarbij Geertruidenberg in 1589 viel. Een tegenoffensief onder stadhouder Maurits leverde in 1590 Breda op. Voor het heroverde gedeelte dat door de Raad van Brabant in 's Gravenhage werd bestuurd, werd in 1591 een zegel gesneden met daarop het wapen, eveneens gedekt met een hertogshoed maar in plaats van de kruisen met de vuurslagen de pijlbundels die een symbool van de Staten Generaal zijn. Dit zegel is gebruikt gebleven voor Staats-Brabant dat in 1648 bij de Vrede van Munster definitief door de Republiek werd ingelijfd. Terwijl in de Franse Tijd in het zuidelijk deel, toen verdeeld in de departementen Dyle en Deux Nethes het wapen werd afgeschaft, bleef het in het noorden met slechts een korte onderbreking in gebruik. Van 1795 tot 1798 was voor de provincie Bataafs Brabant een wapenzegel in gebruik waarop de hertogskroon was vervangen door een lauwerkroon. [13]) In de jaren 1798-1802, toen de provincie was omgedoopt in "Departement van de Dommel", is het ongetwijfeld vervangen door een zegel met het vignet van de Bataafse Republiek. In 1802 werd het echter al weer hersteld voor het departement Brabant. Zeker is het in de tijd dat ook Staats-Brabant bij Frankrijk was ingelijfd en toen het westelijk deel was ingedeeld bij het Département des Deux Nethes en het oostelijk deel "Département des Bouches du Rhin" heette, weer vervallen. [14]) Onder het Koninkrijk der Nederlanden van 1815 bleef het voormalig hertogdom in drie delen verdeeld. Het noorden kreeg de naam Noord-Brabant, het midden werd de provincie Antwerpen en het zuiden kreeg de naam Zuid-Brabant. Voor de beide Brabanden werd hetzelfde, traditionele wapen gebruikt. Het wordt gedekt met een hertogelijke kroon. Hierin kwam geen verandering toen na de afscheiding Zuid Brabant eerst werd omgedoopt in "Brabant Municipale" en later kortweg in "Brabant". In het zuiden werd het wapen voor de laatste maal vastgelegd bij het besluit tot vaststelling van het staatswapen van 1837. In het noorden bij koninklijk besluit van 15 juli 1920. In het laatste geval werden aan het wapen twee gouden leeuwen met rode tong als schildhouders, en een hertogshoed officieel als pronkstukken toegevoegd. |
||||
|
||||
Leuvense Huis |
||||
|
||||
Godfried I met de
Baard |
*~1063-†1039 1106-1140 |
|||
Godfried was van 1114 tot 1119 zelf tegenstander van de keizer, maar verzoende zich daarna weer met hem. In 1122 belegerde hij samen met keizer Hendrik V de opstandige Gosewijn I van Valkenburg en verwoestte zijn kasteel Valkenburg. In 1123 werd zijn broer Alberon I van Leuven benoemd tot bisschop van Luik. In 1128 betaalde Godfried de prijs voor zijn steun in 1125 aan de 'verkeerde' koningskandidaat, Frederik II van Zwaben, en verloor ook hij zijn titel van hertog van Neder-Lotharingen. Hij werd vervangen door Walram I 'Paganus' van Limburg. Godfried behield echter het markgraafschap Antwerpen en de hertogstitel. Zo ontstond het hertogdom Brabant. Zegel van
Godfried I van Leuven. Ruiter met helm, schild an lans Omschrift:: SIGILVM GODEFRIDI : GRA DE DVCIS LOTGERINGIE ("Zegel van Godfried : bij gratie Gods hertog van Lotharingen"). Afbeelding van zijn zegel bij Pirenne p. 92 Der Schrein des Heiligen Hadelinus. Maasgebiet,
um 1130-1150. Visé, Eglise Saint-Martin Holzkern. Silberblech getrieben, Bronzeguß,
Braunfirnis. H. 54 – L. 150 – B. 34 cm. Reliefs teilweise, besonders an den
Stuirnseiten, verdrückt und rissig. An der Vorderseite erscheint Christus als Sieger uber Aspis und Basilisk nach Psalm 91-13 Op leeuw en adder zult gij treden Jonge leeuw en slang zult gij vertrappen BELLIGER
INSIGNIS TIBI SIC BASILISCVS ET ASPIS SVB DOLVS ATO : LEO SVB FVNT REX IN
CRVCE PASSO / DNS POTENS IN PRELIO Die beiden Reliefs an den Schmalseiten stammen mit den zugehörigen Rahmen und Inschriften von einem älteren Hadelinusschrein des 11. Jh. und wurden bei der Herstellung des jetzigen wiederverwendet.[15] Afgebeeld is een krijgsman gekleed in tuniek, maliënkolder en mantel, met een leliestaf in zijn rechterhand en een opengeslagen boek met de letters a en Ѡ in zijn linkerhand. Met zijn voeten op de koppen van een leeuw en een draak. Om zijn hoofd, ongebruikelijk, een nimbus met kruis. Mogelijk gaat het hier om een portret van Koenraad, de zoon van keizer Hendrik IV, hertog van Nederlotharingen van 1076-‘87 en later Rooms koning (1087-’98). Zijn functie van hertog van Nederlotharingen verklaart ontstaanstijd en –plaats en het behoren tot de kerkschat van Visé (aan de Maas op ca 12 km ten zuiden van Maastricht). De mogelijkheid dat de bisschop van Luik, Hendrik van Toul genaamd van Verdun (1075-1091), is afgebeeld wordt weersproken door de omstandigheid dat deze steeds met mijter en kromstaf wordt voorgesteld. Rhein und Maas Kunst und Kultur, 800-1400. Köln 1972. G4, p. 242. |
||||
Godfried II |
1140-1142 |
|||
|
||||
Godfried III |
1142-1190 |
|||
Munt met vaandel met leeuw. L.: dvx lov. Keerzijde: Kruis. L.: o
s(an)c(t)a crvx. (Witte, pl. I; K.B. Brussel, Penningkabinet) |
||||
Hendrik I |
Regent in Brabant 1183-1190 1190-1235 |
|||
Munt met vaandel met leeuw. L.: godefrid. Kz: Schild met leeuw. L.: henric
scv(t)i leo. (Witte, pl. I, K.B. Brussel Penningkabinet |
||||
1195 Ruiterzegel: Ruiter: W.: Leeuw. L.: X sigillvm henricis lotharingie. Tegenzegel: Ruiter: W.: leeuw. L.: et marchionis. (1195, Exemplaar uit A.R.A.
Brussel inv. nr. 17280 dd. 1197, 1200; Vredius p. 32) |
||||
Grafbeeld van
Hendrik I, Hertog van Brabant (†1235) in de St. Pieterskerk te Leuven. De hertog staand met een leliescepter. Te lezen is de tekst:
X anno : dni : m : cc : xxxv : nonis :
septembris : obiit : henricvs : qvartvs
: dvx : lotharingie : bone : et : pie : memorie. Rondom: Angelus
Raphael Angelus Michael [...........] regula ivston specvlvm vindicta maior X flos
patrie pax ecclesie clipevs vidva [..............] X hic primvs iacet henricvs dvx ordine qvartvs X cui conivnx dina machtylt prior inde maria X prolet septenam cervit prior vltima binam X. Het grafbeeld werd rond 1800 vernield en naderhand weer
gereconstrueerd aan de hand van zeventiende eeuwse tekeningen. Enkel vier
fragmenten van het hoofd, de handen en de voeten zijn origineel, de rest werd
in de negentiende eeuw aangevuld.[16] |
||||
Hendrik II |
*1207-†1248 1235-1248 |
|||
Conrad
von Mure ca. 1245: Dux Brabante,
tuus clipeus rubet; hunc ita pingam Albam, quod caput
hic auri diademate cingam. (Hertog van Brabant, je schild is rood ik echter schilder het wit en bekroon de kop met een gouden kroon (Te lezen als: Rood, een witte balk en een gouden barensteel) Zegel: W.: Leeuw. L.: s. h maioris nati h. dvcis loth. tz.: W.: Leeuw. L.: secret h de lovanio. (Vredius p. 33) 1235 Ruiterzegel: W.: Leeuw. V.: Leeuw. Helmtken: Geplooide doek. L.: he(in)rici : dvcis : lo(tha)ringie. D. 1235. 1236 Tegenzegel: Ruiter met W.: Leeuw. L.: X et marchionis. D.: 1235. (Düsseldorf, Hauptstaatsarchiv. Urk. Kl. Altenberg Nr. 56: 1236, Juni 1. Die Zedit, Abb, 29-30) |
||||
Hendrik III |
1248-1261 |
|||
1254 W.:
"Le Duc de Braibant, l'escu noir au lion d'or rampant”. Wapenrol Bigot,
1254; BA43: Foto H.d.V 2016 Wapenkistje van Richard van Cornwall, Limoges,
ca. 1258. Domschat van Aken 1259 -W.: Goud, een zwarte leeuw. Mattheus Parisiensis: Liber Additamentorum. B.L. MS Cotton Nero D.I. fol. 171v wapen no 36. (= Vlaanderen: Zwart, een gouden leeuw). Ruiterzegel: W.: Leeuw. Schabrak: Leeuw. V.: Leeuw. H.: Doek in een waaier. L.: sigillvm henrici dvcis lotaringie et brabatie. TZ: Ruiterzegel. W.: Leeuw. L: X marchionis imperii X. (Vredius p. 33.) |
||||
Jan I |
1261-1294 |
|||
Ruiterzegel W.: Geen. In het zegelveld een vrijstaande leeuw. L.: X sigillvm iohannis dvcis lotharingie : et brabancie. Ruiterzegel: W.:
Leeuw. H. Draak. V.: Leeuw. L.: X sigillvm . iohannis . dvcis . lotharingie :
brabantie. Contrazegel: Ruiter met W.: Leeuw. H.: Draak. V.: Leeuw.
L.: X marchionis imperii. (Vredius p. 76, ook bij Pirenne) 1272 W: Zwart, een gouden leeuw. L.: Le duc de brabant. Wijnbergen n° 1170: 1273
Walfords Roll C73: Le duk de Breban, sable un leon rampant d'or. CL 46: Le
duke de Breban, de sable a un lion rampant d'or. Cd 24: Le ducke de Brabannt,
sable a lion or. 1280 ca.
Camden Roll D18: Duc de Breban, l'escu de sable a un leun d'or. |
||||
[Godfried van Brabant D 176: Munsire Godefrey de Breban, l'escu d'or a un leun rampant d'or od une bende de gules. CP 75: Mesire Godefroit de Brebant porte les armes d'or a un lion noir au lambiau de gheules. Wijnb. 1171: Zwart, een gouden leeuw met een rode barensteel van 4. Godfried van Brabant, heer van Aerschot † 1302, br. van Jan I.] |
||||
Jan II |
1294-1312 |
|||
Ruiterzegel: W.: ¼ van Brabant en Limburg. H.: Draak. V.: ¼ van Brabant en Limburg. L.: s. iohannis . dei . gratia lotheringie . brabantie . et . lymbvrgie . dvx. Tegenzegel: Ruiter met W.: id.. H.: id.. L.: s . iohannis . dvcis . braban et . marchionis . impery. (Vredius, p. 78, ook bij Pirenne, p. 270) Codex
Manesse Große Heidelberger Liederhandschrift. Codex
Palatinus Germanicus 848. |
||||
Jan III |
1312-1355 |
|||
1355 Zwijn met manteltje met ¼ wapen. H.: Een pauwestaart tussen een vlucht doorsneden van hermelijn over pauweveren. Gelre Brussel K.B. Ms 15652-56, fol. 2v. I. II. Brabant 1355 W.: ¼: 1&4 Zwart, een gouden leeuw met rode tong en nagels. 2&3 Zilver, een rode leeuw met gekruiste dubbele staart en gouden kroon. H. Een bos pauweveren tussen een vlucht doorsneden van hermelijn over pauweveren. K. Hermelijn L.: ..toghe va .rebant. Gelre Brussel K.B. Ms 15652-56 fol. 72v. In het veld het
vaandel van Lotharingen 1355 V.: Een rood vaandel met witte balk. L.: lotrike. Gelre Brussel K.B. Ms 15652-56 fol. 72v en nog tien andere wapens van vazallen. W.: ¼ 1&4: zwart, een gouden leeuw met rode tong en nagels; 2&3: zilver, een rode leeuw met gekruiste dubbele staart met een gouden kroon. H. Een pauwestaart tussen een vlucht doorsneden van hermelijn en pauweveren. K. Hermelijn. Bergsh. fol. 27r , n 221. Vaandel: rood met witte balk. Bergsh. fol 27r , n 222. Foto H.d.V. VI. 2000 Wapenbord van Jan III in de kerk van Tervuren. L.: Jean
III Duc de Brabant / Johan III Hertogh van Brabant. Obiit 5 dec 1355.
Gekwartileerd wapen gedekt met een hertogshoed en helm met helmkleden. Eind
20e eeuw. Gift van Mr en Mme J.P. de Crayencour |
||||
Johanna Wenceslas |
1355-1406 1355-1383 |
|||
I. Johanna. Wapenzegel W.: ¼: 1. Brabant; 2&3. Luxemburg; 4.
Limburg. L.: X iohanne . lvcemb'gen
. lothr . braban . et .
lymb'gie . dvcisse. |
||||
Foto H.d.V. VI. 2000 Wapenbord van Johanna de kerk van Tervuren. L.: Jeanne de Brabant / Johanna van Brabant. Obiit 1 dec 1406. Gekwartileerd wapen op ovaal schild gedekt met een hertogshoed en helm met helmkleden. Eind 20e eeuw. Gift van Mr en Mme Ant. de Crayencour II. Wenceslas. Wapenzegel W.: 1|2: 1. ¼ : 1. Brabant; 2&3. Luxemburg; 4. Limburg; 2. ¼ van Brabant en Limburg. S.: Engel. L.: s’wenceslav :
dei : gra : lvccembvrg : lothr : brabance : ac : lymbvrgie : dvcis X et : iohanne : eidem : gra
: lvccemb : loth : braban : ac : lymbvrg’ : dvcisse. (Vredius p. 26) Wapenzegel: W.: ¼ van Brabant/Limburg en Luxemburg. H.: Een vlucht doorsneden van hermelijn en pauweveren (Brabant). L.: s. wenceslav dei graia lvcembg lothar braban lymb’g dvcis. (Vredius p. 26) Wapen: ¼ van Bohemen, Brabant, Luxemburg and Limburg. Helmteken: Een vlucht bezaaid met lindeblaadjes (Przemysl) Van de overige 16 wapens is het eerste van Neder-Lotharingen. (balk) Wapenboek Bellenville, fol. 38. Foto H.d.V. VI. 2000 Wapenbord van Wenceslas in de kerk van Tervuren. L.: Wenceslas de Bohême / Wencelyn van Bohemen. Obiit 7 dec 1383. Van Limburg en Luxemburg gekwartileerd wapen gedekt met een kroon met drie fleurons en twee parelgroepen en helm met helmkleden. Eind 20e eeuw. Gift van Mr en Mme Ant. de Crayencour (Vredius p. 65) Foto Henk Tijhof 2..IV.2005 Graftombe van Wenceslas in de abdij van Orval (Lux) |
||||
Bourgondische Huis |
||||
|
||||
Anton |
1406-1415 |
|||
W.: ¼: 1&4: Frankrijk met geblokte zoom; 2. Brabant; 3. Limburg. H.: Lelie. S.: Twee leeuwen. L.: S ANTHONI DEI
GRA LOTH BRAB ET LYMB DUCIS AC SACRI IMPII MARCH (Vredius; Tourneur-N. 1936. Zegels dd. 1406/1413) |
||||
Jan IV |
*1403 - †1427 Hertog van Brabant en Limburg 1415-1427 |
|||
De wapens
van Anton van Burgondië en Jan IV KB. Bruusel Ms. 15652-56 fol 22 r° [W.: ¼: 1&4: Frankrijk met rood-wit geblokte zoom; 2. Brabant; 3. Limburg. H.: Lelie. K.: Van het wapen. (Gelre KB Ms. 15652-56, fol. 22 r .)] W.: ¼: 1&4: Frankrijk; 2. Brabant; 3. Limburg. H.: Lelie. S.: Twee leeuwen. (Tourneur-N. 1936. Zegels dd. 1417 - 1426) Foto H.d.V. VI. 2000 Wapenbord van Jan IV in de kerk van Tervuren. L.: Jean IV Duc de Brabant / Johan IV Hertogh van Brabant. Obiit 17 apr 1427. W.: ¼: 1. Barbant; 2&3 ¼ Valois-Bourgondië; 4. Limburg. Het schild gedekt met een hertogshoed en helm met helmkleden. Eind 20e eeuw. Gift van Mr en Mme J.P. de Crayencour |
||||
Filips van St. Pol |
*1404-†1430 Graaf van St. Pol 1415 Hertog van Brabant en Limburg 1427-1430 |
|||
[W.: ¼: 1&4: Frankrijk met geschulpte rood-wit geblokte zoom. H.: Lelie. K.: Van het wapen. (Gelre. KB Brussel Ms. 15652-56, fol 22r ) W.: ¼: 1&4: Frankrijk met geschulpte rood-wit geblokte zoom. H.: Lelie. S.: Twee engelen. (Tourneur-N. 1936. Zegels dd. 1421)] I. W.: ¼: 1&4: Frankrijk; 2. Brabant; 3. Limburg. H.: Lelie. S.: Twee leeuwen. (Tourneur-N. 1936. Zegels dd. 1427/1430) II. W.: ¼: 1&4: Frankrijk; 2. Brabant; 3. Limburg. H.: Een pauwestaart tussen een van hermelijn over pauweveren doorsneden vlucht (Brabant). M.: ay bon voloir. (Tourneur-N. 1936. Zegels dd. 1428/1430) |
||||
Filips de Goede |
1430-1467 |
|||
Vanaf de regering van Filips de Goede behoord Brabant tot het rijk van de Bourgondiërs en hun opvolgers en dragen de Hertogen van Bourgondië en hun opvolgers in rechten de titel Hertog van Brabant.
Zijn wapenbord in de St
Bavo in Gent |
||||
Karel de Stoute |
|
|||
Wapen
van Karel de Stoute op
het mille-fleurstapijt buitgemaakt bij Grandson, 1476. Bernisches
Historisches Museum |
||||
Maria de Rijke |
|
|||
Contrazegel v an Maria de Rijke en Maximiliaan van Oostenrijk, 1478 Alliantie: D. 1/5: Oostenrijk, Babenberg, Steiermark, Karinthië en Krain. 2. ½: 1. 1/3 Valois, Bourgondië en Brabant; 2. 1/3 Bourgondië, Limburg, Valois. Hs.: 1/2 Vlaanderen en Tirol. S.: Als 1., i.p.v. het hartschild: in 1 Hs. Tirol, in 2. Hs Vlaanderen. Kroon: Een hertogskroon. Op een lint: contra sigillum. |
||||
Filips de Schone Maximiliaan
van Oostenrijk |
Regent 1482-1506 |
|||
Diptiek
van National Gallery, London: Idem. Tegenzegel voor Brabant: W.: ¼: Lotharingen, Brabant, Limburg, Antwerpen. Hartschild: Tirol met hertogshoed. Kroon: Hertogshoed L.: Op een lint: contra sigillvm in brab(ant)ia. |
||||
Karel V Maximiliaan |
1500-1555 Regent 1506-1515 |
|||
1509 Wapenzegel
voor de kanselarij van Brabant van Maximiliaan en Karel W.: ¼ van Lotharingen en Brabant en Limburg Kroon: Aartshertogshoed. Orde: Van het Gulden Vlies. Krans van wapens: Oostenrijk, Castilië-Leon-Granada, Kroatië, Lotharingen, Limburg, Gelre, Luxemburg, Brabant, Bourgondië, Dalmatië, Hongarije L.: s: max * imperator * electi * & karoli * archidvc * avstrie * pncipis * hispan * dvc * bvrg * brab * &c * in * brab' * ordinatv : D.: 1509-1517. (ARA Brussel Chartes de Brabant inv. in ms. van Verkooren, 26.III.1515, 30.I.1516, 20.VII.1517. afgietsels 33476. Tourneur-N. 1959) 1516 Tegenzegel: W.: ¼ van Lotharingen en Brabant/Limburg. Kroon: Aartshertogshoed. L.: contra - sigillvm :- brabancie.:. D.: 1516-'17. (Als voor, afgietsels 33477. Tourneur-N. 1959) Karel V 1518 Tegenzegel W.: ¼ van Lotharingen en Brabant/Limburg; H.: 1|2 van Vlaanderen en Tirol. K.: Aartshertogshoed. S.: D.: Adelaar. S.: Leeuw. O.: Van het Gulden Vlies. L.: contra * sigillvm * dvcis * brabancie : : * :. D.: 1518. (ARA Brussel. Archief van de Jesuieten, college van Brussel n 104-111. Afgietsels 26243). |
||||
Filips II |
1555-1598 |
|||
|
||||
Albrecht en
Isabella |
|
|||
Wapen van
de Aartshertogen in de Heilig Bloed Kapel, Brugge |
||||
Karel II |
|
|||
Grootzegel voor de Raad van Brabant: De vorst te paard. In het zegelveld de gekroonde wapens van Lotharingen, Brabant, Gelre, Limburg en Antwerpen. (Tourneur, 1953 Pl. VI) |
||||
Filips V |
|
|||
Grootzegel voor de Raad van Brabant: Filips op zijn troon, ter rechterzijde: W.: ½: 1. Spanje; 2. ¼ van Lotharingen, Valois, Bourgondië en Brabant met ingedreven spits van Vlaanderen en Tirol. Over alles heen: H.: Bourbon. Ter linkerzijde: W.: ¼ Lotharingen, Valois, Bourgondië, Brabant. H.: Vlaanderen |
||||
Maximiliaan van
Beieren |
|
|||
|
||||
Karel VI |
|
|||
|
||||
Maria Theresia |
|
|||
|
||||
Jozef II |
|
|||
|
||||
Vanaf de regering van Filips de Goede komt het wapen van Brabant zelfstandig voor, daarbij teruggrijpend op het oorspronkelijke hertogswapen. Het heeft alleen betrekking op het hertogdom. Wapenboek van het Gulden Vlies en Europa (106-107) Ridder in een zwart wapenkleed met gouden leeuwen. Helmteken: Brabant. |
||||
1517
Triomfpoort van Maximiliaan 1515/17: Brabant met kroon met hermelijnen rand
en purperen muts |
1518 Jan van Battel, ca. 1518: Brabant met een kroon
met 1 fleuron en 8 parels. |
|||
1545 Legpenning geslagen ter aanmaning tot rust in de Nederlanden, 1545. W.: Brabant. S.: Dubbele adelaar met hertogshoed. L.: inclina cor mevm, devs! 1545 (doorlopend) ad faciendas ivstificationes tvas. (Mieris, F.v. 1735 Dl. III Boek II, p. 109) |
||||
Zegel van
de Staten van Brabant W.: Brabant. In het zegelveld vuurslagen en emblemen van het bourgondische kruis-met-vuurslag. L.: sigillvm . statvvm . brabantie 1557. (ARA Brussel, afgietsels 1104.) Zegel van de Hof van Brabant: Ruiterzegel, Filips gekleed in een tabbert: ¼ van Lotharingen en Brabant-Limburg H.: Vlaanderen. In het zegelveld de gekroonde wapens van Lotharingen, Brabant, Gelre, Limburg en Antwerpen. L.: s. phi. d. g. reg. angli . fran . neapo . archid . avst. dv. bvrg . pro . dvca . lotha . brab . limb . mar . sa. imp. (Vredius p. 205) Stadhuis
Antwerpen, 1564 Wapen van Brabant, 1582 Totius Belgii Descriptio (Beschrijving van de Nederlanden) van Ludovico Guicciardini |
||||
Souverein Gewest Brabant |
||||
Penning
van de Staten van Brabant, 1584 (K.B. Albert I
Penningkabinet) W.: Brabant. K.: Hertogshoed. L.: moneta dvcatvs brabantiae symbolvm interregni. |
||||
W.: Zwart, een gouden leeuw met rode tong en klauwen. K.: Hertogelijke kroon. In 1837 werd het
wapen van Brabant bestigd: GRAND
SCEAU DE L'ÉTAT.
Derrière le pavillon et au-dessus, un panonceau ondoyant au couleurs
de Belgique, chargé de l'écusson de Brabant, semblable à celui du
royaume, lequel panonceau est accosté des bannières des huit autres
provinces; savoir: [.....] Wapencompositie
van Brabant door Emile Gevaert,
1921 Door de opdeling van België in gewesten werd ook de provincie Brabant, het vm. Zuid-Brabant in een waals en vlaams deel verdeeld. In 1995 verschenen in belgisch Brabant twee nieuwe wapens: |
||||
De wapencompositie van Vlaams Brabant is: Wapen.: Brabant met hartschild Neder Lotharingen Kroon: Hertogskroon Schildhouders: Twee gouden leeuwen met rode tong en klauwen |
||||
De provincie Waals-Brabant werd in 1995 gevormd uit de voormalige provincie Brabant W.: Gekapt: 1&2: Goud twee toegewende rode hanen; 3. Brabant Kroon: Hertogskroon Het wapen van Waals-Brabant werd op 02.02.1995 in gebruik genomen. |
||||
© Hubert de Vries
[1]) Vredius, O.: Genealogia
Comitum Flandriae. Brugge, p. 78.
[2]) Vredius, O. op.cit. 1642,
pp. 65.
[3]) Tourneur Nicodème, M.: Les Sceaux des ducs de Brabant de la maison
Bourgogne-Valois. In: Revue Belge de numismatique et de sigillographie. 1936,
pp. 51-77, Pl. III-XV.
[4]) Tourneur Nicodème, M. op.cit. 1936 pp. 54 e.v..
[5]) Armorial de la Toison d'Or et de l'Europe. Paris, Bibl. de l'Arsenal
ms. Ars. 4790 (ca 1440): Le duc de Brabant (in dit geval Filips de Goede). In:
Pinches R, & Anthony Wood: A European Armorial. London, 1971.
Redinghovensches Wappenbuch (voor 1440): K. v. Neuenstein in: Wappenkunde, Karlsruhe,
1895. Conrad Grüneberg: Wappenbuch, ca. 1494: E. v. Berchem c.s. eds. In:
Beiträge zur Geschichte der Heraldik. Berlin, 1939. Twee vierdubbele stuivers,
1489; afgebeeld in A.G.N. 5, pp. 434-435.
[6]) In de strijd tussen
Frederik II en de pausen koos Hendrik II de pauselijke kant. Na de afzetting
van Frederik II in 1245 was hem de koningstitel van Rome en Duitsland
aangeboden maar hij had voor de eer bedankt. In dezelfde tijd gaf ook Frederik
II van Oostenrijk, die door Keizer Frederik II uit zijn ambt was ontzet, zijn
wapen met een adelaar op en ging een wapen met een witte balk op rood voeren.
In dit verband is het van belang dat de Prinsbisschop van Luik, Willem van
Savoie in zijn wapen een gouden leeuw op zwart voerde en dat zijn opvolger
Robert van Thourotte een dubbele adelaar, het symbool van de Keizer, op zijn
munten plaatste. Er zijn overigens ook andere voorbeelden van vorsten die in
deze tijd op een "familiewapen" terugvielen (Wittelsbach, Thüringen).
[7]) Liebenau, Th. von.: Das
älteste Wappengedicht Deutschlands. In: Der Herold. Vierteljahrschrift für
Heraldik, Sigilligraphie und Familienkunde. n
8, 1880. P. 22 vs. 32-33.
[8]) Verwisseling van wapen en
titel vond terzelfdertijd ook plaats in Beieren en in Engeland. Hier werd het
wapen van de Hertog van Aquitanië en Normandië en Graaf van Anjou met drie
gouden leoparden op rood het wapen van Engeland en nam de plaats in van het
rode kruis op wit dat voordien het wapen van het koninkrijk was geweest.
[9]) Bergshammer fol. 8 v met het bijschrift "lotrike".
Tegelijkertijd staat in dezelfde wapenrol op fol. 4 r een nieuw wapen voor Godfried van Bouillon
nl.: Gedeeld van Jeruzalem en Bouillon (= witte balk op rood). H.: Een
doornenkroon. Hiermee wordt nog verder benadrukt dat men met het wapen met de
balk het wapen van Godfried van Bouillon meende te hebben gevonden.
[10]) Tesamen met de wapens van
Brabant, Gelre, Limburg en het Markgraafschap. Vredius, O. op.cit. 1639, pp.
161, 205 & 283. En: Tourneur Nicodème, M.: Les Sceaux du Conseil de Brabant
sous le règne de Marie Thérèse. In: Revue Belge de Numismatique et de Sigillographie.
1947, pp. 117-124. Nadien tesamen met de wapens van de andere gewesten.
[11]) Vredius, O. op.cit. 1639
p. 135.
[12]) Ham, W.: Wapens en Vlaggen
van Noord-Brabant. Zutphen, 1983, p. 64.
[13]) Smit, J.P.W.A.: op.cit.
1924, kol. 171.
[14]) Wanneer we tenminste
aannemen dat hierin dezelfde lijn is gevolgd als in de overige departementen.
Helaas zijn hierover geen gegevens beschikbaar. Het kleinzegel uit 1802
eveneens Smit, J.P.W.A., op.cit. 1924, kol. 174.
[15] ) Rhein und Maas. Kunst und Kultur 800-1400. Köln 1972. Kat. N° G4, p. 242. Abb.
p. 229.
[16]) Venner, G.H.A.: De Grafmonumenten van de Graven van Gelder. Venlo, 1989.