VLAANDEREN
Het wapen van Vlaanderen is goud met een zwarte leeuw met rode tong en klauwen. Het Graafschap Vlaanderen omvatte in de Middeleeuwen het grootste deel van de romeinse provincie Belgica Secunda. Volgens de al eerder aangehaalde “Notitia Dignitatum"”werd deze provincie bestuurd door een Dux. De waardigheidstekenen van deze Dux waren een foliant en een schriftrol. Op de afbeelding voor de Dux Belgica Secunda staan ook forten aangegeven. Het zijn "Litus Saxonicum" (in de buurt van Kassel), Quartensis (Locus Quartensis Sive Hornensis aan de monding van de Somme) en Portus Patiacus (Oudenburg). De in dit gebied woonachtige Menapiers zijn in de Notitia vertegenwoordigd met een wit schild waarop een rode figuur en een rennende hond of vos. |
|||||||
|
|
||||||
In de karolingische tijd werd Vlaanderen niet meer geregeerd door hertogen maar door graven. De eerste graaf was Boudewijn met de IJzeren Arm (864-879) en zijn nakomelingen regeerden tot 1119. Van deze graven zijn wel zegels bekend maar geen bijzondere symbolen. Wel vochten de vlaamse troepen bij de verovering van Engeland in 1066, dus onder de regering van Boudewijn V van Rijssel (1035-'67) onder een vaandel met een kruis. Op het vaandel, dat wordt vastgehouden door Eustatius van Boulogne die de aanvoerder van de vlaamse troepen was, staat een geel ankerkruis tussen vier zwarte schijfjes. Om het vaandel is een gele zoom en het loopt uit in drie groene (of zwarte) en gele slippen. In verband met Vlaanderen vindt men later nog op de binnenzijde van het schild van Karel de Goede een wit kruisje op rood. In 1189 werd afgesproken dat de Vlamingen tijdens de kruistocht herkenbaar zouden zijn aan een groen kruis. [1]) Wat de schildversiering betreft volgden de vlaamse graven waarschijnlijk de heersende mode. Zo zijn de schilden van de vlaamse graven in de XIe en XIIe eeuw eerst beslagen met nagels (op de plaatsen waar de draagriemen zijn bevestigd). Het schild van Willem Clito is versierd met een schildknop in de vorm van een achtpuntige ster waarop een vijfbladige bloem ligt. Vanuit de ster lopen met diaboloachtige ornamenten versierde stralen over het schild heen naar de schildrand. Dit is een versiering die in de eerste helft van de twaalfde eeuw ook elders en vaak in ingewikkelde vormen voorkomt. Ook het wapen met de leeuw dat we in 1162 op het zegel van Filips van de Elzas zien verschijnen staat niet geheel alleen. Grote en duidelijke figuren, in dit geval draken, die het hele schild bedekken komen ook al voor op de schilden op het Tapijt van Bayeux. Leeuwen en adelaars verschijnen echter pas in de tweede helft van de twaalfde eeuw. Ze staan altijd in verband met een bijzondere militaire bevoegdheid zoals op het al eerder aangehaalde schild van Godfried Plantagenet. Een ander voorbeeld is de adelaar, nog in een medaillon, op het schild van Burkhard van Guise (1155) en de adelaar van Hendrik, Hertog van Oostenrijk die het gehele schild vult (1156). [2]) Ook al was de leeuw ten tijde van Filips van de Elzas al een vrij algemeen gebruikt symbool, toch bleef het voorkomen ervan op een schild tijdens de regeringsperiode van Frederik Barbarossa (1156-1190) aanvankelijk nog bescheiden. Leeuwen worden pas in de jaren na zijn dood een algemenere schildfiguur en in deze periode zijn, zoals in de voorafgaande hoofdstukken beschreven, ook de leeuwenwapens in de Nederlanden ontstaan. Wat de precieze aanleiding voor Filips van de Elzas geweest kan zijn om een leeuw op zijn schild te plaatsten valt niet meer te achterhalen. Geen enkel bericht of oorkonde is bekend waaruit zou kunnen blijken dat het gebruik van de leeuw door Frederik Barbarossa of Lodewijk VII van Frankrijk (die zijn leenheer was) zou zijn toegestaan. Evenmin valt ergens uit af te leiden dat Filips (of zijn vader) de leeuw op eigen gezag is gaan gebruiken. Zeker lijkt wel dat hij in de europese context bezien de beschikking kon hebben over een militaire macht van betekenis en dat hij een van de voorbeelden is van de nieuwe militaire bewindvoerders die op vele plaatsen in het Rijk de oude bestuurders vervingen. De Kleuren. Alle opvolgers van Filips van de Elzas die het uitvoerend bewind in Vlaanderen uitoefenden hebben een wapen met een leeuw gevoerd. [3]) In de eerste helft van de dertiende eeuw waren dat de echtgenoten van de gravinnen Johanna (1202-'44) en Margaretha (1244-'78). Van één van hen, Thomas van Savoie (graaf van 1237-'44) zijn de kleuren van zijn wapen bekend. Ze worden gegeven door Mattheus van Paris in de Chronica Majora bij een passage die de dood van Thomas van Savoie in 1259 vermeldt. Het afgebeelde wapen (het schild omgekeerd) is zwart met een gouden leeuw. Het bijschrift luidt: Obiit Comes Flandriae Thomas (Dood van Thomas, graaf van Vlaanderen). Het is echter niet waarschijnlijk dat met dit wapen het wapen van Vlaanderen bedoeld is omdat Thomas ten tijde van zijn overlijden geen graaf van Vlaanderen meer was maar graaf van Piemonte. Mogelijk is natuurlijk dat Thomas dit wapen ook in Vlaanderen heeft gevoerd maar het zou dan meer met hemzelf, en in het bijzonder met zijn militaire positie te maken hebben dan met Vlaanderen. Overigens is de wapenvoering van de Savoies in deze tijd helemaal nogal ingewikkeld zodat ook over de mogelijke wapenvoering van Thomas in Vlaanderen weinig met zekerheid te zeggen valt. [4]) De zwarte leeuw op gouden schild voor Vlaanderen wordt in de literatuur pas relatief laat gegeven. Het wapen staat voor het eerst in het "Liber Additamentorum" van de eerder genoemde Mattheus van Paris en wordt daar ook nog verwisseld met het wapen van Brabant. Een andere afbeelding staat in het Psalter van Gwijde van Dampierre en is uit dezelfde tijd als de beschrijving in de wapenrol van Walford (1273): Le contee de Flandre, d'or un leon rampant de sable. [5]) Nadien is het wapen van Vlaanderen steeds een zwarte leeuw op een gouden schild gebleven. Pronkstukken. Op het zegel van Filips van de Elzas is niet alleen het schild van de graaf versierd met een leeuw maar ook zijn helm. Onder zijn opvolgers komt de leeuw niet meer op hun helm voor. In feite waren de graven van Vlaanderen nogal conservatief wat de introductie van een helmteken betreft. Lange tijd bleef hun helm leeg totdat Lodewijk van Crecy (1322-'46) een zittende leeuw tussen twee hoorns op zijn helm zette. Door Lodewijk van Male werd een ander helmteken gebruikt. Eerst was dat een van zwart over hermelijn doorsneden vlucht met hermelijnen helmkleden. Nadat hij in 1350 de leenhulde had gebracht aan de koning van Frankrijk veranderde hij het. Op zijn zegels en in wapenboeken staat er daarna een zwarte leeuwenkop tussen een gouden zgn. "Vol banneret" die bestaat uit twee stijve langwerpige vleugels. In deze tijd krijgt de leeuw van het schild ook een rode tong en klauwen. Schildhouders werden, eveneens door Lodewijk van Male, langzamerhand ingevoerd. Op zijn tegenzegel staat eerst nog een zittende gehelmde leeuw met kroon en helmteken en met een manteltje waarop het wapen is aangebracht. Zo'n leeuwtje (maar zonder mantel) staat ook op zilveren en gouden munten die hij liet slaan. In het wapenboek Bellenville (ca. 1366) wordt het wapen gehouden door een zittende gehelmde griffioen maar dit lijkt te berusten op een verkeerde interpretatie. Op andere munten van Lodewijk van Male, de zgn. Gouden Helmen, wordt het wapen gehouden door twee leeuwen. Nadien zijn dat de schildhouders gebleven die bij het wapen van Vlaanderen horen. Latere Ontwikkelingen. Lodewijk van Male, die dus enkele heraldische innovaties op zijn naam heeft staan, had geen mannelijke nakomelingen en daarom volgde zijn dochter Margaretha hem op. Zij was getrouwd met Filips de Stoute, Hertog van Bourgondië die zijn schoonvader ook bijstond tegen de Gentenaren die in 1379 in opstand waren gekomen. Filips de Stoute voerde steeds zijn eigen wapen dat gekwartileerd was van Valois (Frankrijk met rood-wit geblokte zoom) en Bourgondië (Geschuinbalkt van goud en blauw met een rode zoom). Op het schild staat een helm met een gouden franse lelie als helmteken. Op zijn tegenzegel wordt het wapen gehouden door twee leeuwen en een adelaar. Margaretha zelf zegelde intussen met een wapen dat gedeeld was van de rechterhelft van het wapen van haar man en de vlaamse leeuw. [6]) Een nieuw wapen verschijnt onder Jan Zonder Vrees die zijn moeder in 1405 opvolgde. Het is samengesteld uit de wapens van zijn vader en zijn moeder waarbij de vlaamse leeuw op een hartschild van het wapen van Valois-Bourgondië werd gezet. Als helmteken gebruikte hij de lelie zoals ook zijn vader had gebruikt. Op zijn tegenzegel wordt het wapen gehouden door twee leeuwen. Het wapen werd onveranderd overgenomen door zijn zoon Filips de Goede die hem in 1418 opvolgde. In 1430 voegde deze twee kwartieren voor Brabant en Limburg toe maar het oude wapen is hij daarna ook nog blijven voeren. De Graven van Vlaanderen hebben daarna steeds hun eigen dynastieke, vaak ingewikkelde, wapen gebruikt. Het Gewestelijke Wapen. Zoals ook in de andere gewesten werd in het midden van de dertiger jaren van de vijftiende eeuw het oude wapen met alleen de leeuw hersteld. Op de helm staat het helmteken van Lodewijk van Male en dit is steeds het helmteken gebleven dat daarna bij het eenvoudige wapen van Vlaanderen hoort. Aan het eind van de vijftiende eeuw gaat ook de sinds 1386 bestaande Raadkamer van Vlaanderen zich van het wapen met de leeuw bedienen. In 1482 zegelde zij met een zegel waarop het wapen met de leeuw, gekroond met een parelkroon staat. In 1488 werd dit zegel vervangen door een nieuw waarop de kroon is weggelaten. Ook op latere zegels van de Raad staat de kroon, die feitelijk alleen toekomt aan de souverein, niet meer. [7]) In 1790 toen Vlaanderen zich binnen het verband van de Verenigde Belgische Staten als souverein kon beschouwen werd dan ook een nieuw zegel gesneden waarop het wapen met kroon voorkomt. Dat men hierbij teruggreep naar het wapen op het zegel van 1482 is daaruit af te leiden dat de Oostenrijkse Habsburgers hun wapen voor Vlaanderen allang met een moderne gravenkroon, nl. met drie fleurons en twee parels kroonden. Tot de Verenigde Belgische Staten van 1790 traden zowel het eigenlijke Vlaanderen als Waals Vlaanderen toe. Voor het laatste gewest werden aan het oude vlaamse wapen de letters W en F (voor Flandre Wallonne) in het schildhoofd toegevoegd. Toen de Zuidelijke Nederlanden in 1795 door Frankrijk werden ingelijfd werd Vlaanderen verdeeld in de departementen Escaut en Lys. Het wapen werd afgeschaft zoals voorzien in de Franse wet en in plaats daarvan werd op het zegel de Franse Maagd aangebracht met de departementsnaam in het randschrift. Tijdens het Keizerrijk werd deze afbeelding vervangen door de Franse adelaar. [8]) Na het ontstaan van het Koninkrijk de Nederlanden werden de voormalige departementen omgedoopt in Oost- en Westvlaanderen. Op verzoek kreeg de provincie Oostvlaanderen bij Koninklijk Besluit van 10 augustus 1816 een wapen waaraan aan de zwarte leeuw op goud een schildhoofd van het nieuwe wapen van het Koninkrijk was toegevoegd. Op het schild staat een kroon met drie fleurons en twee parels. Na de proclamatie van het Koninkrijk België verdween het schildhoofd. Westvlaanderen. De provincie Westvlaanderen stelde bij schrijven van 9 september 1816 een wapen voor waarop ook het zgn. wapen van Oud Vlaanderen zou komen. Men meende toen dat "Het oudste wapen van het graafschap en de provincie was gegeerd van blauw en goud met een rood hartschild (...) De Provincie heeft dit wapen gevoerd tot het jaar 1178." [9]) Het gegeerde wapen verschijnt onder de regering van Lodewijk van Male en lijkt zeker op zijn initiatief ontworpen en beschreven. De oudste bron die het wapen beschrijft is de "Chronica monasterii Sancti Bertini" van de abt van deze abdij in St. Omaars, Jan de Lange van Ieper (†1383). Hij schijnt zich hierbij te hebben laten inspireren door het grafbeeld van Willem Clito dat zich in de abdij bevond. Het werd rond 1360 ook afgebeeld op de graftombe van Boudewijn V in de St. Pieterskerk in Rijssel. Niet lang daarna verschijnt het wapen in het wapenboek van de Heraut Gelre op het blad met het wapen van de Graaf van Vlaanderen en zijn vazallen. Op het schild staat hier het oude helmteken van Lodewijk van Male: de van zwart en hermelijn doorsneden vlucht met hermelijnen helmkleden. Het bijschrift luidt: Oude Vlaenderen. Vanaf deze tijd komt het gegeerde wapen regelmatig voor en er zijn telkends nieuwe verklaringen voor bedacht. Uiteindelijk moet men echter tot de conclusie komen dat "de graven van Vlaanderen nooit een gegeerd wapen van goud en lazuur met een hartschild gevoerd hebben". [10]) Dit zou betekenen dat het wapen van Oud Vlaanderen samen met bv. het wapen van Koning Radbod en van Godfried van Bouillon behoort tot de heraldische uitvindingen van de XIVe eeuw. Aan het gegeerde wapen moet daarom een meer propagandistische dan historische waarde wordfen toegekent. Hoe dit zij, bij K.B. van 9 october 1816 werd aan de provincie Westvlaanderen een wapen toegestaan dat gedeeld was van Oud- en Nieuw Vlaanderen onder een schildhoofd met de nieuwe Nederlandse leeuw. Net als bij Oostvlaanderen verdween in 1830 het schildhoofd. [11] |
|||||||
|
|||||||
Boudewijn
I |
†879 |
||||||
Boudewijn
II |
* 863-†918 879-918 |
||||||
|
|||||||
|
|||||||
Arnulf I, de Grote of de Oude |
*885ca -† 965 918-965 |
||||||
Troonzegel van Arnulf dd. 08.07.949. Gedrukt op een oorkonde van 8 juli 949, waarbij de graaf de Sint Pietersabdij nabij Gent bevestigt in de eigendom van de door hem gerestitueerde en geschonken goederen. (Rijksarch. Gent. AGN I-367) |
|||||||
Arnulf II |
965-988 |
||||||
Boudewijn IV |
988-1035 |
||||||
Boudewijn V |
1035-1067 |
||||||
Boudewijn
V Miniatuur in Histoire du meurtre de Charles le Bon Lille, Archives Départementales du Nord, 10 H 323 Tapijt van
Bayeux De vlag van
het Vlaamse contingent bij de invasie va Engeland in 1066 |
|||||||
Boudewijn VI |
1067-1070 |
||||||
Arnulf III, de Ongelukkige |
1070-1071 |
||||||
|
|||||||
Robert I, de Fries Robert II, van Jeruzalem |
1071-1093 Mederegent
1087 |
||||||
Grafmozaiek
van Willem, zoon van Robert, graaf van Vlaanderen Auteur: anonyme Ecole: Nord de la France Période: 1er quart 12e siècle
Domaine: mosaïque Dénomination: pavé en
mosaïque ; fragment Représentation: figure
(Guillaume, gisant, mort) Précisions concernant la
représentation: Un jeune homme imberbe est étendu et vu de face. Sa tête est
couverte de cheveux lisses descendant sur les oreilles et appuyée sur un
coussin. La poitrine est nue et le reste du corps est recouvert d'un linceul.
Technique: mosaïque Dimensions: H. 102.7, l.
102.5, E. 15.5 (avec cadre) ; H. 91, l. 91 (sans cadre) Datation: 1109 vers Genèse Saint-Omer (abbaye,
provenance) Précisions concernant la
genèse: Découvert en 1830 à l'emplacement de l'ancienne abbaye de Saint-Bertin
à Saint-Omer, lors des fouilles réalisées par la Société des Antiquaires de
la Morinie. Découverte: Saint-Omer
(abbaye, fouilles archéologiques) Inscriptions: épitaphe Précisions concernant les
inscriptions: (croix) ANN. DNI. Mº. Cº.
VIII. IND. I. III. KI..../..... C MITISSe. (en noir,
dans le corps de la mosaïque) Localisation: Saint-Omer, musée de l'hôtel Sandelin Statut: propriété de la commune ; don ; Saint-Omer ;
musée de l'hôtel Sandelin Date d'acquisition: 1833 acquis Inventaire: 1624 Anciennes appartenances:
Société des Antiquaires de la Morinie Bibliographie: Oursel, Hervé,
Deremble-Manbès, Colette, Thiébaut, Jacques, Nord roman (Flandre, Artois,
Picardie, Laonnois), 1994, Zodiaque ; Epigraphie du département du
Pas-de-Calais, publié par la Commission départementale des Monuments
Historiques, tome V, 3e fascicule, Arras, 1901 Photographie: © cliché musée,
YB/M3C Commentaire: Le fragment de
dallage a été placé sur une plaque de marbre et coulé dans un mortier, le
tout dans un cadre en bois. Une
restauration complète est à envisager |
|||||||
Robert
II, van Jeruzalem |
1093-1111 |
||||||
|
|||||||
Boudewijn VII Hapkin |
1111-1119 |
||||||
|
|||||||
Karel de Goede van Denemarken |
Graaf van
Vlaanderen 1119-1127 |
||||||
Karel de Goede Miniatuur in Histoire du meurtre de Charles le Bon Lille, Archives Départementales du Nord, 10 H 323 1119 Ruiterzegel: Wapen: NN. L.: karol comes flandrie et fili9 regis daciae.. [Wree, p. 6] 1122 Ruiterzegel: Wapen: NN. L.: s caroli comitis flandrie et filii regis datie.. [Wree, p. 6] |
|||||||
Willem Clito van Normandië |
1127-1128 |
||||||
1127 Ruiterzegel: Wapen: NN. L.: X sigillvm gv.......s
flandrie. D.: 14.04.1127. [Uit: AGN 2 p. 378] 1128 Epitaaf van Willem Clito, voorheen in de St. Bertijns Abdij: Schild versierd met straalsgewijs aangebracht ijzeren beslag en umbo. De helm versierd met kruisen. Aan zijn voeten twee dienaren en twee liggende leeuwen. Omschrift: hic iacet gvuills comes flandrie : filivs roberti dvcis normanie qui obiit ann dni m..cc.xxviii [Vredius, 1639, p. 14]. |
|||||||
Huis Elzas |
|||||||
|
|||||||
Diederik van de Elzas Filips van
de Elzas |
1128-1168 Mederegent
1157 |
||||||
1129 Ruiterzegel: Wapen: NN. L.: Onl. D.: 1129-1147. [AGN2 p. 385] Was de beschermeling van Koenraad III an dLodweijk van Frankrijk
gedurende de belegering van Damascus bij 2e Kruistocht in 1148 |
|||||||
Filips van de Elzas |
Graaf van
Vermandois 1164-1186 Graaf van
Vlaanderen 1169-1191 Regent in
Frankrijk 1180 |
||||||
1162 Ruiterzegel: Wapen: Leeuw. Op de helm: Leeuw. L.: X sigillvm philippi comitis flandrie. TZ.: Wapen: Leeuw. Banier: Leeuw. L.: X et viromandie. D.: 1162. [Wree, O. De Seghelen van de Graven van Vlaanderen. Brugge, 1640. p. 11; Demay, G. Inventaire des sceaux da la Flandre. Paris, 1873. N° 139 bis; Raadt, J. de. Sceaux armoiriés des Pays Bas. Brussel 1898. I, p. 454, Ghellinck Vaernewijck Sceaux et armoiries, 1935. Pl. II.] [Archieven van het Grootseminarie van Brugge, Abdij Ter Duinen ARA Zegelafgietsels n°s 21704, 21705] 1168 Ruiterzegel: Wapen: Leeuw. L.: X sigillvm . philippi
. comitis : flandrie. TZ.: L.: X et viromandie.
D.: 1168. [Vredius, 1639 20ff.; Demay ibid. T I n° 138; Roman, J.: Manuel de sigillographie française. Paris 1912. 83, Planche 8, 1.; Die Zeit n° 67, abb. 15.] Lille, Archives départementales du Nord, 28 H 46/1192: 1170. |
|||||||
Henegouwse Huis |
|||||||
|
|||||||
Boudewijn VIII |
1191-1194 |
||||||
1192 Wapen: Leeuw. D.: 1192 [Wree, p. 13] |
|||||||
Boudewijn van Vlaanderen |
*1169-†14.04.1205 Graaf van
Vlaanderen 1194-1205 Graaf van
Henegouwen 1195-1202 Latijns
Keizer 16.05.1204-1205 |
||||||
Als Boudewijn IX Graaf
van Vlaanderen 1194 Ruiterzegel: Wapen: Leeuw. L.: sigil baldv.... is flandrie. D.: 17.XII.1194-17XII.1195. [AGN 2, p. 394; Wree, p. 14.] Als Boudewijn VI Graaf van Henegouwen (1195-1202) 1195 Ruiterzegel: W.: Gekeperd. (De Raadt, J. Sceaux armoiriés, 1897. T. II. p. 15) Als Boudewijn I
Latijns Keizer 1204-1205 Keizerlijk symbool: Een gouden adelaar. Een bericht dat Boudewijn sieraden in de vorm van een adelaar op zijn kroningsgewaad gedragen zou hebben: Brightman, F.E.: Byzantine Imperial coronations. In: Journal of Theological Studies, 2, 1901 pp. 359-392. En: Hendrickx, B.: Les institutions de l'Empire latin de Constantinople (1204-1261). In: Byzantina, 6, 1974, p. 125. W.: Goud, een zwarte leeuw. 1204 Ruiterzegel van Boudewijn van Vlaanderen. W.: Leeuw. L.: bald(uinus) d(e)I gra(tia) imp(erato)r rom(anie) fland(rie) hain(onie) com(es). 1204
Troonzegel. L.: baldouinos. despotes. (De Wree, p. 14. Prevenier
no 275. pl. XXX nos. 67-68.) "Vers
1601, Antoine de Succa, en ses Mémoriaux, f.o. 17, montre le bouclier de
parade (?) de Baudouin IX comte de Flandre et de Hainaut ou Baudouin 1er
empereur de Romanie, tel qu'il figurait a l'abbaye de Notre-Dame de Flines;
ce monument a disparu depuis, mais ce qui nous est representé est plein de
curiosités: qu'on imagine un écu a l'espagnole (pointe arrondie), semée
d'anneaux et orné en son centre d'un umbo rectangulaire, offrant des rois en
majesté et des Turcs a cheval (?) (Bruxelles, Bibl. royale, Mss, II, 1862.5)." (Pinoteau: Un difficile
Probleme (...) Portugal. noot 27 (XV Congreso Internacional)) |
|||||||
Johanna |
*1194-1200-†1244 Gravin van
Vlaanderen en Henegouwen 1202/1205-1244 |
||||||
Hugo II
Pierrepont |
Prinsbisschop van Luik |
||||||
Filips de
Edele van Namen |
regent
1202-1212 |
||||||
¥Ferrand van Portugal |
Graaf van Vlaanderen en
Henegouwen 1212-1233 |
||||||
¥Thomas van Savoie |
Graaf van Vlaanderen en
Henegouwen 1237-1244 |
||||||
Ruiterzegel:
van Johanna van Constantinopel De gravin te paard met een valk op haar linkerhand. L.: s. iohannii comitisse flandrie et hainoii. [AGN p. 396] 1206-‘12
Ruiterzegel en tegenzegel van Filips de Eddele W.: Leeuw met schuinbalk. L.: 1206 Ruiterzegel: W.: Leeuw met schuinbalk. L.: X PHILIPPVS MARCHIO NAMVCI. D.: 1206-‘12. Tegenzegel: W.: Leeuw met schuinbalk. L.: X CLAVIS. (Vredius 1642 p. 26.) Wapen van
Philips Augustus van Frankrijk 1244
Ruiterzegel van Thomas van Savoie W.: Leeuw. L.: sigillvm thome de sabaudie comitis. D.: 1244. (Vredius 1639 p. 32). Wapen van Thomas Comitis Flandry
and Braibacte Mattheus Parisiensis Liber Additamentorum B.L. MS. Cotton Nero
D. I. fol 171v. Mattheus Parisiensis CM B.L. Ms. Roy 14.C.VII: Dood van
Thomas van Savoie (1259)
linker bovenkantlijn: omgekeerde speer en schild: (zwart, een
gouden leeuw): Obiit comes Flandriae
Thomas |
|||||||
Margaretha van
Constantinopel |
1244-1278 Gravin van Henegouwen 1244-1280 |
||||||
Zegel van
Margaretha van Constantinopel Coll. Victor Gay 1909 inv. 6691 Depot du Louvre 1916 CL
22299 De gravin staande
tussen tweemaal het wapen van Vlaanderen. (van elkaar afgewend) |
|||||||
Willem van
Dampierre |
1246-1251 |
||||||
Zegels van
Willem van Dampierre Wapen: Leeuw. L.: X sigillv gvillermi de . dampietra. Ruiterzegel: Wapen: Leeuw. L.: s'.
gvilli dni de dampetra . heredis flandrie. TZ.: Wapen: Twee gaande en aanziende leeuwen. L.: X sigillvm secreti. [Vredius, p. 18] |
|||||||
Gwijde van
Dampierre |
1252-1278 |
||||||
1277 Ruiterzegel
van Gwijde van Dampierre W.: Leeuw. L.: X gvidonis comitis flandrie et marchionis namvcen. D.: 1277 Contrazegel
van Gwaijde van Dampierre W.: Goud, een zwarte leeuw. Mattheus Parisiensis: Liber Additamentorum
B.L. Ms Cotton Nero D.I fol. 1717 v n
36 Comitis Flandre Miniature, détail
1250-1300. Apocalypse: Symbool van de Oorlog Cambrai, Bibliothèque Municipale Ms. 422, fol 20v° Psalter van Gwijde van Dampierre en vier van zijn zoons, 1270-'75 Brussel K.B. Ms 10607. Fol. 7 v : Gwijde, Robert van Bethune, ?, Boudewijn.Fol. 8 v Jan van Namen. 1273
Le contee de Flandres, d'or un leon rampant sable. (Walfords' Roll ) Munt van Margaretha: O.: Dubbele adelaar. R.: Kruis. L.: Margaretha Comitissa Flandrie ae Haynonie. |
|||||||
Huis Dampierre |
|||||||
|
|||||||
Gwijde |
1278-1305 Graaf van Namen 1263-1297 |
||||||
Ruiterzegel
van Gwijde van Dampierre, 1302 |
|||||||
Robrecht van
Bethune |
1305-1322 Graaf van Nevers 1272 |
||||||
Ruiterzegel: Wapen: Leeuw met een barensteel van 5. L.: X s' roberti primogeneti comi .... ndrie. TZ: Wapen: id. L.: X secretvm roberti de flandria. D.: 1272. [De Raadt, p. 455] Ruiterzegel: Wapen: Leeuw en een barensteel van 3. L.: X s' roberti primogeneti comitis flandrie comitis nivernen. TZ.: Wapen: id. L.: X secretv rob'ti comitis nivern. D.: 1286. [De Raadt, p. 455]. |
|||||||
Lodewijk van Crecy |
1322-1346 Graaf van Nevers Graaf van Réthel 1325 |
||||||
Ruiterzegel: Wapen: Leeuw. H.: Een zittende leeuw tussen twee hoorns. L.: s. lvdovici X comitis
flandrie X nivernen et registesten. CZ.: Wapen: Leeuw. L.: conts lvdovici coit fland niver et registest. [Vredius p. 24] |
|||||||
Lodewijk van Male |
1346-1384 Graaf van Réthel en Nevers Graaf van Franche Comté 1382 Graaf van Artois 1382 |
||||||
Ruiterzegel: Wapen: Leeuw. H.: Een vlucht, de onderzijde hermelijn. K.: hermelijn. L.: s. lvdovici : comitis : flandrie : nivern' et : registestens' X. TZ.: Wapen: Leeuw. H.: Een vlucht, de onderzijde
hermelijn. K.: Hermelijn. L.: cont s' lvdovici coit fland' nivern' et .
registest X
[Vredius p. 25] 1359 Geheimzegel: Zittende gehelmde leeuw met manteltje en
helmteken Vlaanderen. Wapens:
Nevers en Rethel. L.: s' lvdovic : comitis fladrie. D.: 1359. Wapenboek Bellenville (1364-'68) Paris, Bibl. Nationale Ms Français 5230 fol 36. vlaederen: Wapen: Goud, een zwarte leeuw. H.: Een zwarte leeuwenkop tussen een vol banneret. K.: Goud en zwart S.: Een zittende griffioen. 1365 Wapenboek Gelre Brussel KB. Ms. 15652-56 fol. 80: die g vā vlaenderē Wapen: Goud, een zwarte leeuw met rode tong en klauwen. H.: Een zwarte leeuwenkop tussen een gouden vol banneret. Banieren van Artois, Nevers, Rethel en het Graafschap Bourgondië. Het wapen van Oude Vlaenderen: gegeerd van 12 stukken goud en blauw met een rood hartschild. H.: Vlaanderen Oud (i.e. een vlucht doorsneden van zwart en hermelijn en helmkleden van hermelijn gevoerd van rood. Hetzelfde gegeerde wapen (12 stukken) komt onder de titel "h de ric va neller" voor op fol 92 n° 1273 (Berg) van Gelre. (vlgs. Adam Even: Diederik van Eller Elnaer) H.: Een rode bebaarde manskop met een blauw-geel gestreepte puntmuts met witte omgeslagen rand en pompoen. 1382 Geheimzegel: Zittende gehelmde leeuw met manteltje en als helmteken een leeuwenkop tussen een vol banneret. W.: Artois, Nevers, Brabant en Rethel. L.: s' lvdovici . coitis . fland . ducis brab coitis artesien burgundie nivernen et regist. D.: 1382. Gouden Helm van Lodewijk van Male: Wapen: Leeuw. H.: Een leeuwenkop tussen een vol banneret. S.: Twee leeuwen. |
|||||||
Margaretha Filips de Stoute |
1384-1405 1384-1404 |
||||||
Wapenzegel W.: 1|2 1. Vlaanderen; 2. ¼ van
Brabant en Limburg. L.: s
margarete de brabatia coitisse flan nevnie ac reten Wapenzegel W.: Gedeeld, 1. Doorsneden van Touraine and Bourgondië; 2. Vlaanderen. Schildhouders: Adelaars and leeuwen |
|||||||
Référence |
MA000100 |
||||||
Fonds |
SCEAUX |
||||||
Série |
sceaux ; collection Bourgogne |
||||||
Cote |
SC/B74 |
||||||
Analyse |
Moulage
du sceau de Marguerite III de Flandre, duchesse de Bourgogne, femme de
Philippe II le Hardi. Légende
restituée en latin et français: "SIGILLUM MARGUERITE DE FLANDRE DUCHESSE
DE BOURGONGNE". |
||||||
Dates |
1395-05-04 (2Î) |
||||||
Support |
|||||||
Forme |
rond, diamètre 30 mm |
||||||
|
|||||||
Bourgondische Huis |
|||||||
|
|||||||
Jan Zonder Vrees |
1405-1418 |
||||||
Zegel tegenzegel van Jan Zpnder Vrees dd.
1405 Wapen: ¼ van Touraine en Bourgondië. H. Vlaanderen. (, Vredius p. 71) |
|||||||
Filips de Goede |
1418-1467 |
||||||
Slag bij Pevelenberg, 1304. Kroniek van Vlaanderen, XVe eeuw. Parijs, Bibl. Nat. ms. français 2799 fol. 144 r°. Vaandel: gegeerd van zes stukken geel en blauw en een rood hartschild. 1440 ca Bergshammer: W.: Goud, een zwarte leeuw met rode tong en klauwen. Bergsh. fol. 26v°, n° 219. W.: Goud, een zwarte leeuw met rode tong en klauwen en zilveren tanden. H.: Een gouden kroon en een zwarte leeuwenkop tussen een gouden vol banneret. K.: Zwart. Bergsh. fol. 68 r°, n° 818: L.: vlanderen. W.: Gegeerd van 12 stukken goud en blauw een rood hartschild. H.: Een hermelijnen vlucht doorsneden onder zwart. K.: Hermelijn. Bergsh. fol. 68 r°, n° 819: L.: oude vlaendre. W.: Goud, een zwarte leeuw. Bergsh. fol. 122 r°, n° 1736: L.: vlaederen cote. W.: Goud, een zwarte leeuw met rode tong. Bergsh. fol. 158 r° n° 2413. |
|||||||
Frans van Anjou |
*1555-†1585 Graaf van Vlaanderen
1581-1583 |
||||||
Halve daalder, 1582, Brugge Het wapen van Frans van Anjou als graaf van Vlaanderen was steeds gekwartileerd van Frankrijk en Vlaanderen. (Van Loon Historipenningen Dl 1. Boek. IIII, pp. 320-321.) |
|||||||
Filips van België |
*1837-†1905 Graaf van
Vlaanderen 1840-1905 |
||||||
Wapen: Goud, een leeuw van Sabel met een tong van Keel, beladen met een schildje ¼: 1&4: ¼ van Engeland, Schotland, Ierland en Engeland; 2&3. Saksen. Kroon: Een gravenkroon Orde: Keten en grootkruis van de Leopoldsorde. Schildhouders: Twee aanziende leeuwen in de
natuurlijke kleur, het banier van België aan een
toornooilans houdend. Motto: L’UNION FAIT LA FORCE in zwarte letters op een gouden lint Mantel: Purper, gevoerd van hermelijn, met gouden franje en kwasten en koninklijk gekroond. |
|||||||
Karel van Belgie |
*1903-†1983 Graaf van Vlaanderen
1910-1983 Regent van
België 1944-1950 |
||||||
Wapencompositie van Karel, Graaf van Vlaanderen als ridder van de zweedse
Serafijnen Orde. Wapen: Sabel, een leeuw van Goud, getongd en genageld van Keel en een Gouden zoom. Helmteken: Op een gouden helm met helmkleden van Sabel an Goud, een koninklijke kroon Orde: Keten en kruis van de Serafijnen Orde Schildhouders: Twee aanziende leeuwen in de natuurlijke kleur, het banier van België aan een toornooilans houdend. Motto: L’UNION FAIT LA FORCE in gouden letters op een rood lint Mantel: Purper gevoerd van hermelijn, met gouden
franje en kwasten en koninklijk gekroond Wapencompositie van Karel, Graaf van Vlaanderen moderne Wikipedia versie De
wapencompositie als voor, het ordeteken (Grootlint Leopoldsorde) weggelaten. |
|||||||
Mannequin van de Graaf van Vlaanderen Armorial de l'Europe et de
la Toison d'or -- 1401-1500 Bibliothèque nationale de France In de marge van Gestes de Girart de Roussillon van
Jean Wauquelin (titelblad), 1450 Zegel en contrazegel van de Raad van Vlaanderen,
1488 Wapen van V laanderen ~1500 Door Albrecht Dürer Zegel van de vier leden van het graafschap
Vlaanderen |
|||||||
Grootzegel van Vlaanderen 17e eeuw Figuur: De leeuw vrij in het veld. Omschrift: MAGNVM SIGILLVM
FLANDRIÆ AD CAUSAS |
|||||||
Kussenovertrek van de Raad van Vlaanderen, 1680 Collectie Rijksmuseum Amsterdam |
|||||||
Belgische Opstand |
|||||||
Vaandel van Vlaanderen 1795: De Vlaamse Leeuw vertrapt de slang. Boven de leeuw een gravenkroon, een palmtak en een lint met de tekst: catuli leonem rugientes.(de leeuwen brullen) De leeuw houdt een speer met vrijheidshoed vast waaraan een vaandel van drie banen rood, zwart en geel met in een ovaal medaillon de afbeelding van St. Pieter met de pauselijke tiara. In de rechterbenedenhoek de letters W.F. (West Flandern) (Legermuseum, Brussel). |
|||||||
K.B. van 10 Augustus 1816 N° 95 Wij WILLEM, bij de Gratie Gods koning der nederlanden, prins van oranje-nassau, groot-hertog van luxemburg, enz. enz. enz. OP de voordragt van den Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 6 dezer n° 43, met betrekking tot de door den Gouverneur van Oostvlaanderen geuiten wensch van de Staten dier provincie, dat voor dezelve een provinciaal wapen wierde vastgesteld. Hebben ghoedgevonden en verstaan te bepalen, zoo als geschiedt bij dezen dat, het provinciaal wapen van Oostvlaanderen zal bestaan uit het wapen van Oost en Westvlaanderen, voorstellende een zwarten Leeuw op een goud veld, met die verandering en bijvoeging, dat de voormalige Graaflijke Kroon worde weggelaten en daar en tegen een gedeelte van het Schild van 'rijks wapen met de daarop behoordende Koninklijke Kroon, boven het genoemde provinciale wapen uitsteke en zulks met de omschrijving flandria Orientalis. En zullen afschriften dezer worden gezonden aan den Minister van Binnenlandsche Zaken ten fine van executie en aan den Hoogen raad van Adel, tot informatie. 's Hage den 10 Aug. 1816. WILLEM |
|||||||
Beschrijving van het wapen bij Ministerieel Besluit van 14 december 1998: “In goud een leeuw van sabel, geklauwd en getongd van keel. Het schild getopt met een gravenkroon met dertien parels waarvan drie verheven en gehouden door twee leeuwen van sabel, geklauwd en getongd van keel. Het geheel geplaatst op een sokkel van drie treden van zilver.” |
|||||||
K.B. van den 9 Oct
1816 N° 102 Wij WILLEM, bij de Gratie Gods, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, GROOT-HERTOG VAN LUXEMBURG, enz., enz., enz., Op het rapport van Onzen Minister v. Binn Zaken in dato 9 sept 1816 N 83 ten geleide der bij hem ingekomene voordragten van de Staten van West-Vlaanderen en Antwerpen omtrent de zamenstelling der Provinciale Wapenen, Gezien de consideratien en het advies van den Hoogen Raad van Adel van 16 September 1816. N 566/133 Hebben goedgevonden en verstaan de zamenstelling der Provinciale Wapenen te bepalen in manière als volgt: Voor de Provincie West-Vlaanderen. Parti, het eerste deel gegironneerd van Lazuur en goud van twaalf stukken, en coeur een schild van Keel. Het tweede van goud, beladen met een klimmenden leeuw van Sabel, getongd en genageld van Keel, (zijnde Vlaanderen). En chef het opperste gedeelte van 's Rijks=Wapen. Het schild gedekt met de Nederlandsche Graven Kroon en hebbende tot onderschrift: West-Vlaanderen. Voor de Provincie Antwerpen. Parti, het eerste deel van Keel, beladen met een burgt, hebbende van boven ter wederzijde eene uitgestrekte hand, alles van zilver, en chef van Goud, beladen met den Roomschen Rijks arend (zijnde Antwerpen). Het tweede van goud, beladen met drie palen van Keel, waarop een surtout van goud, beladen met een arend van sabel, gebekt en geklaauwd van Keel (zijnde Mechelen). En chef, het opperste gedeelte van s'Rijkswapen, en en pointe van zilver, beladen met een pal van lazuur (zijnde Turnhout). Het schild gedekt met de Nederlandsche Graven Kroon. Een en andere volgens de aan deze resolutie geannexeerde teekeningen. Welk alles zal worden gebracht ter kennisse van den Hoogen Raad van Adel ter informatie en van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, ter narigt voor welgemelde Staten, 's Hage 9 October 1816 WILLEM |
|||||||
Het wapen van de Provincie West-Vlaanderen volgens
het Arrêté
qui détermine le sceau de l'État (Bull. off., n. CXXVII). van
17 Mars 1837 is als volgt: 3° Flandre-Occidentale, mi-parti, au premier, d'or
gironné d'azur de six pièces à l'écusson de gueules en abime; au deuxième,
d'or au lion au lion de sable armé et lampassé de gueules. Hierin kwam pas verandering in 1997 toen de blazoenering eveneens in het Nederlands werd gesteld. |
|||||||
Tekening: H.d.V. Wapen: Gedeeld van Oud en Nieuw Vlaanderen. Kroon: Een Gravenkroon van dertien parels Schildhouders: Een rode beer (Brugge) en een zwarte leeuw
met rode tong (Vlaanderen). Sokkel: Met helmgras begroeide duinen Provincieraadbesluit: 27.3.1997. Ministerieelbesluit: 27.5.1997 Belgisch Staatsblad: 12.7.1997 |
|||||||
© Hubert de Vries 2018-06-13
[1] Berger, P. op.cit. 1981. Fol.s 219 v , 182 r . De vlag van het vlaamse contingent: Tapijt van Bayeux, scene 55. Het schild van Boudewijn V in Loisne, A. de: Les miniatures du cartulaire de Marchiennes. Paris, 1904.
[2] Ruiterzegel van Filips van de Elzas: Wapen: Leeuw. Op de helm: Leeuw. L.: + sigillvm philippi comitis flandrie. TZ.: Wapen: Leeuw. Banier: Leeuw. L.: + et viromandie. D.: 1162. [Wree, O. De Seghelen van de Graven van Vlaanderen. Brugge, 1640. p. 11; Demay, G. Inventaire des sceaux da la Flandre. Paris, 1873. N 139 bis; Raadt, J. de. Sceaux armoiriés des Pays Bas. Brussel 1898. I, p. 454, Ghellinck Vaernewijck Sceaux et armoiries, 1935. Pl. II.] [Archieven van het Grootseminarie van Brugge, Abdij Ter Duinen ARA Zegelafgietsels n s 21704, 21705]. Het zegel van Hendrik van Oostenrijk in: Mitis, O. von: Urkundebuch zur Geschichte der Babenberger in Oesterreich. Bd. III Wien, 1954. N 12.
[3] Vredius, Olivarius: Sigilla Comitum Flandrie et Inscriptiones Diplomatum. Brugge, 1639.
[4] De Savoies voerden in deze tijd zowel de adelaar (als markgraven van Italië) als het kruis. Willem, die prinsbisschop van Luik was een gouden leeuw op zwart (dus zoals Thomas) en palen. Pas aan het eind van de eeuw werd een wit kruis op rood het familiewapen van de Savoies. Op zijn zegel presenteert Thomas zich allereerst met zijn eigen naam en komt de term Vlaanderen niet eens voor. Op zijn ruiterzegel uit 1244 staat hij met een leeuwenwapen binnen het omschrift "Sigillvm Thome de sabaudie comitis.
[5] Mattheus Parisiensis Liber Additamentorum B.L. Ms Cotton Nero D. I fol. 171 v n 36. Psalter van Gwijde van Dampierre: Brussel K.B. Hs. 10607 fol. 7 & 8. Zie hiervoor: Stijns, L.: Het psalter van Gwijde van Dampierre. In: De Vlaamse Gids, 1953, pp. 85-94. Walfords Roll: Brault, G. op.cit. 1973 n C 28. De vermeldingen dateren dus steeds van na het edict van Peronne (24.IX.1256) waarbij de verdeling van het vlaamse erfgoed in 1246 bekrachtigd werd. Interessant in dit verband is dat het wapen van Gent (zwart, een zilveren leeuw) niet een vermindering is van het wapen van Vlaanderen maar van een wapen met een gouden leeuw op zwart. De burgers van Gent hadden nog van Ferrand van Portugal vergunning gekregen tot het vormen van stedelijke militie.
[6] Vredius op.cit. 1639 p. 63.
[7] Vredius, op.cit. 1639 p. 110. Voor de zegels van de Raad van Vlaanderen: Ghellinck Vaernewijck: Sceaux et Armoiries de la Flandre Ancienne et Moderne. Paris, 1935. Op het zegel dat vermoedelijk gemaakt is ten tijde van de Opstand staat de leeuw vrij in het zegelveld (zoals ook in Holland en Zeeland). Omschrift: magnvm sigillvm flandriae ad causas.
[8] Gevaert, E. Het Wapenteeken en de Kleuren der Belgische Provinciën. Brussel, 1919. p. 33.
[9] "Les plus anciennes armoiries du comté et de la province de Flandre étaient gironnées bleu et or et un ecu de gueules en face sur le tout (...) La Province a porté ces armes jusqu'en l'an 1178", En de brief vervolgt dan: lorsque le comte de Flandere Philippe d'Alsace ayant tué de sa propre main dans une bataille entre Jerusalem et le mont Sinaï le Prince turc et le Roi d'Albanie nommé Nobilion, il s'est emparé de son bouclier sur lequel était gravé un lion noir sur un fond d'or, le Comte les a pris pour ses armoiries pour lui et ses successeurs. (....) Brief dd. 9 september 1816 toegevoegd aan het K.B. van 9 Oct. 1816 n 102. Alg. Rijksarchief Den Haag.
[10] Warlop, E.: "Oude Vlaenderen" en de zwarte leeuw op gouden veld. In: Miscellanea Archivistica. xxvii, 1980 pp. 5-52.
[11] Vries, Hubert de: Wapens van de Nederlanden. De historische
ontwikkeling van de heraldische symbolen van Nederland, België, hun provincies
en Luxemburg. Amsterdam, 1995.