HET WAPEN VAN DE KONINKLIJKE
MARECHAUSSEE
Het wapen van de Koninklijke Marechaussee is blauw
met een springende granaat met gesloten vlam in zwart-wit. Op het schild staat
de koninklijke Nederlandse kroon. Geschiedenis Al tijdens de Bataafsche Republiek werd op 4 februari 1803
een besluit genomen tot oprichting van een compagnie marechaussee in het
departement Brabant. Hierbij werd een voorbeeld genomen aan de franse
gendarmerie die voortgekomen was uit de in 1337 opgerichte connétablie die onder het bevel
stond van de Franse Connétable. [1] Dit corps werd na de opheffing van het ambt van connétable
in 1626 onder het bevel van de Maréchal de France gesteld en daarnaar
herdoopt in maréchaussée. Dit corps maréchaussée ging in 1720
deel uitmaken van de in 1665 georganiseerde Franse gendarmerie. In de jaren
1787 en 1789 werd deze gendarmerie opgeheven. In 1790 volgde de marechaussée
bij besluiten van 18 augustus en 22 september. Bij wet van 16 februari
1791 werd in plaats daarvan de Gendarmerie Nationale opgericht. Deze
is dus eerder een opvolger van de maréchaussée van 1626 dan de
van de gendarmerie van 1665. Het besluit van de
Bataafse Republiek van 4 februari 1803 werd niet uitgevoerd maar in plaats
daarvan werd op 1 october 1805 een bereden corps gens d’armes
opgericht. Het corps was bedoeld als politiemacht en als dienst voor de
convooien en licenten (= invoerrechten en accijnzen). Na de instelling van het Koninkrijk Holland op 24
mei 1806 werd het Bataafse corps gens d’armes op 18 juli 1806 onder
het ministerie van Justitie gesteld en vervolgens op 7 september weer onder
het ministerie van Oorlog. Op 7 september 1809 werd het corps gens d’armes
opgeheven en vervangen door het corps Politiewacht te paard. Deze verdween
bij de inlijving van het koninkrijk Holland bij het Franse Keizerrijk en werd
tot de val van Napoleon vervangen door de Keizerlijke Gendarmerie. De Koninklijke Marechaussee werd opgericht in 1814
als opvolger van de in de Bataafse- en Franse Tijd al bestaande gendarmerie.
In 1919 werd naast de Kon. Marechaussee het Korps Politietroepen opgericht om
de binnenlandse orde te handhaven. Het politiebestel werd nadien gevormd door
de Gemeentepolitie, het Korps Politietroepen, de Rijksveldwacht en de
Koninklijke Marechaussee. Op 5 juli 1940 ging de
marechaussee op in de burgerpolitie waarmee zij de militaire status verloor.
De Gemeente- en Rijksveldwacht werden opgeheven en ondergebracht bij de
marechaussee. Zo ontstond er buiten de steden één Rijkspolitiekorps met de
naam „Marechaussee”. Na de bevrijding in 1945 kreeg de Koninklijke Marechaussee weer de status van een militair
politiekorps met zowel militaire als civiele taken. Bij besluit van de minister van
Defensie van 25 maart 1998 is de Koninklijke Marechausse het vierde
krijgsmachtdeel. Dit ressorteert vanaf september 2005, anders dan de drie
overige krijgsmachtonderdelen, rechtstreeks onder de secretaris generaal van
defensie. Het predikaat Koninklijk Het predikaat Koninklijk werd bij besluit van 17
september 1806 aan het Corps Hollandse gens d’armes, voordien korps
Bataafse gens d’armes, verleend. Voor het eerst wordt het gebruikt
door luitenant kolonel Van Wiedenkeller, direct na de instelling van het
koninkrijk Holland en nog vóórdat het betreffende besluit was uitgevaardigd.
Door de marechaussee van 1814 werd dit besluit stilzwijgend voortgezet en
kolonel Roisin (de eerste commandant van het nieuwe korps) gebruikte vanaf 1
mei 1816 briefpapier met in het briefhoofd de titel „Le colonel, chef de la
marechaussée royale des Pays-Bas.” [2]
Vanaf tenminste 1823 komt ook de titel „Koninklijke Marechaussée” voor. Het predikaat „Koninklijk” is alleen tijdens WO.
II door de bezetter van het marechaussee afgenomen maar werd in die tijd in
Londen wel verder gevoerd. |
|
Het Wapen Zoals uit een afbeelding van een gendarme te paard
blijkt voerde het op 1 october 1805 opgerichte Korps Bataafse gens d’armes
op de sjako een zilveren statenleeuwtje en op de patroontas het rijkssymbool
in de vorm van een bundel van zeven pijlen. Hierboven in zilver een kleine
ovale lauwerkrans met daarin de letter G. [3] Zoals ook tijdens de Republiek voerden ook tijdens
het Koninkrijk Holland de strijdkrachten het wapen van de bevelhebber in de
persoon van Lodewijk Napoleon die bij grondwet het opperbevel over de
stijdkrachten had. Het corps Hollandse gens d´armes vormde hierop geen
uitzondering. Weliswaar maakte het koninklijk wapen geen deel uit van het
uniform dat op 7 october 1806 voor de Koninklijke gens d’armes werd
vastgesteld en stonden op de patroontas alleen de letters KG in geel koper
maar het zegel van de dienst convooien en licenten uit die tijd vertoont het
koninklijk wapen uit 1806 en we kunnen dus aannemen dat ook het corps zich
onder het koninklijk wapen presenteerde. Dat wordt duidelijker uit het
uniform dat vastgesteld werd op 17 juli 1807 en waarvan de sabelkoppel het
koninklijk wapen (van 25 mei 1807) droeg. [4] Tijdens de inlijving bij
het Franse keizerrijk van 1810 tot 1813 stond op het sabelkoppel van de toen
in ons land actieve Gendarmerie Imperiale de Franse Adelaar die het
algemene symbool was van de Franse strijdkrachten met op een lint GENDARMERIE IMPERIALE. |
|
Zegelstempel van de dienst der Convoyen
en Licenten. Wapen van het koninkrijk Holland volgens het Tractaat van Parijs
van 24 mei 1806. OmschrIft: CONVOYEN EN LICENTEN. Rond, Ø 31 mm. KPK Inv. nr.
1913-468 |
Gesp van het sabelkoppel
van de Keizerlijke Gendarmerie 1810-’13. Gekroonde Keizerlijke
Franse adelaar tussen vier sterren en een lint met de naam van de dienst. |
De traditie voortzettend voerde ook de
Marechaussee van 1814 het
koninklijk wapen, eerst dat van 1815, geamendeerd in 1816 en vervolgens
dat van 1907. [5] Logischerwijze zou ook
het wapen van 1814 gevoerd moeten zijn maar hiervan zijn mij geen voorbeelden
bekend. In
de loop van de tijd veranderde slechts de titel die op de wapenborden, die
aan de gevel van de vestigingen van de K.M. waren opgehangen, werd vermeld.
Zo staat op de oudste borden slechts de naam MARÉCHAUSSÉE waaraan later het woord KONINKLIJKE werd toegevoegd. Ook de
spelling van de titel veranderde: aanvankelijk stond hierin zowel op de
eerste als op de tweede e een accent-aigu. Later verdween eerst het accent op
de eerste e en vervolgens ook het accent op de tweede zodat de naam thans
luidt: Koninklijke Marechaussee. Over
de wapenborden van de Koninklijke Marechaussee schrijft M.R. van der Krogt: „Tijdens
de regering van Koning Willem I was het Hof meestal gevestigd in Brussel en
waren de meeste Marechausseestandplaatsen eveneens in het zuidelijk deel van
het koninkrijk gelegen. Men mag aannemen dat vóór 1823
boven de ingang van de Marechausseekazernes een schild heeft gehangen met het
opschrift „Maréchaussée Royale” alhoewel dit in strijd was met de looporder
van 15 mei 1823 waarin werd aangegeven dat in plaatsen waar niet het Frans de
voertaal was het woord Koninklijke Maréchaussée gebruikt moest worden. Op 4 november 1939 werd de
volgende looporder afgegeven: „Bij circulaire van de Chef van het Korps d.d.
16 Mei 1823 no. 40 is de vroegere order hernieuwd, om voor de kazerne van
iedere Brigade op een doelmatig bord het Koninklijk wapen met de woorden
Koninklijke Marechaussee er onder te doen plaatsen. Bij verscheidene Brigades
heb ik dat niet gevonden en de Brigadecommandanten worden alzoo gelast het
plaatselijk Bestauur schriftelijk daartoe uit te nodigen en uiterlijk op den
1e December aanstaande aan de Heren Luitenants Arrondissements
Commandanten verslag te doen, de welke in geval de gedachte Besturen daarin
nalatig mochten blijven hun klachten daar omtrent aan de Heren Districts
Commissarissen zullen indienen en in alle geval ten gepasten tijde mij des
wegens bericht zullen doen geworden”.
In het begin zal het wapen
rechtstreeks geschilderd zijn op de gevel, later kwamen er houten wapenborden
in de vorm van houtsnijwerk. In de tijd van Koning Willem III werden de
kostbare houten borden, net zoals dat het geval was bij de
Hofleveranciersborden, vervangen door goedkopere borden van gietijzer of
zink. Omdat de nieuwe borden eenvormig gegoten konden worden ontstond meer
eenheid.” Na de verandering van het
koninklijk- en staatswapen van 1907 moest ook overal het oude wapen worden
vervangen. Dit is in vele gevallen gebeurd door het wapen aan te passen: de
kronen van de koppen van de schildhoudende leeuwen werden verwijderd en ze
werden goudgeverfd in plaats van „In
de natuurlijke kleur” zoals voorheen. Ook werd de wapenspreuk je maintiendrai overgeschilderd in
blauw met gouden letters i.p.v. wit met zwarte.” [6] Tijdens de bezetting zijn veel
Marechausseeborden verloren gegaan. Een relatief groot aantal is echter in
het Marechausseemuseum in Buren bewaard gebleven. |
|
De Granaat In die tijd vinden we de granaat, met gespreide
vlam, op het schabrak van de paarden van de gendarmes. [7]
De granaat stond eveneens, binnen een lauwerkrans, in de vier hoeken van het
vaandel van de gendarmerie. De granaat van de keizerlijke gendarmerie is
overgenomen van de Franse gendarmerie Nationale die hem als embleem aannam
bij de naamsverandering van het corps maréchaussée in gendarmerie op 17
februari 1791. Op zijn beurt was dit symbool weer overgenomen van het
elitecorps der grenadiers. De granaat, een symbool met een hoog prestige,
stond ook in de hoeken van de Nederlandse regimentsvaandels die in de tijd
van stadhouder Willem V werden verleend. Het uniform van de in october 1814 gereorganiseerde marechaussee had,
volgens het K.B. van 26 october 1814, eveneens op verschillende plaatsten een
granaat. Er waren geborduurde granaten op de panden van de rok, op de
kwartiermuts en op de schabrak; granaten van metaal op de patroontas, op de
slotplaat van de sabelkoppel der beredenen en op de scharen van de stang, en
tenslotte granaten op de knopen. Toen later de uniform belangrijk werd
vereenvoudigd, werd ook het aantal versierselen minder. De granaat bleef
echter op de knopen behouden en kan, evenals de nestel, een traditioneel
kenmerk van de uniform der marechaussee worden genoemd. [8] |
|
Het Huidige Wapen Na de 2e Wereldoorlog werd het gebruik van het staatswapen
door de Koninklijke Marechaussee opgegeven. In plaats daarvan zien we een
wapencompositie verschijnen met een granaat met gesloten vlam binnen een riem
met het devies ZONDER
VREES EN ZONDER BLAAM. Op de riem staat de koninklijke kroon en het geheel is omgeven door
een krans van een eikentak en aan lauwertak. Dit wapen of een versie ervan is
waarschijnlijk tot 1996 in gebruik gebleven. Het is vermoedelijk tegelijkertijd
aangenomen als het bij legerorder N° 57 van 1947 vastgestelde baretembleem dat
eveneens een zilveren granaat met gesloten vlam op een blauw veld was, zij
het dat deze op de gestileerde W was geplaatst die voor alle
landmachtonderdelen gemeenschappelijk was. [9] Op 1 mei 1996 kwam het baretembleem te vervallen
en werd vervangen door de aloude granaat, geplaatst op een oranje schildje en
omgeven door een blauwe riem met zilveren gesp waarop de woorden KONINKLIJKE MARECHAUSSEE, alles naar het model van
het wapen van direct na de 2e Weereldoorlog.
Voor onderofficieren en offcieren wordt het embleem omgeven door
respectievelijk een halve en een hele zilveren lauwerkrans. Het huidige wapen van de Koninklijke Marechaussee
dateert van het moment waarop de Koninklijke Marechaussee een zelfstandig
krijgsmachtonderdeel werd. Op 7 maart 2000 werd door de Marechausseeraad
(MARRA) besloten tot het invoeren van een nieuwe huisstijl die op 1 mei
daaropvolgend offcieel werd ingevoerd. Het wapen met de granaat met gesloten
vlam vormde hiervan een onderdeel. |
|
HET WAPEN |
|
Foto H.d.V. 30.IV.2006 Wapen van de Maréchaussée,
1861. Staatswapen van 1815/´16,
de schildhoudende leeuwen
abusievelijk verguld. (Coll. Mus. der Kon.
Marechaussee, Buren) |
|
Wapen van de Koninklijke
Marechaussee afkomstig van het oude stationsgebouw van Schiphol en thans in
het Aviodome. Staatswapen van 1815/´16,
in de titel de toevoeging
„Koninklijke”. |
|
Foto H.d.V. 30.IV.2006 Wapen van de Koninklijke
Marechaussée. Staatswapen van 1815/´16,
de schildhoudende leeuwen verguld, de kronen op hun koppen verwijderd. In de titel het eerste accent weggelaten. (Coll. Mus. Kon.
Marechaussee, Buren) |
|
Foto H.d.V. 2011 Wapen van de Koninklijke
Maréchaussée. Wachtpost Paleis
Noordeinde Den Haag. Wapencompositie van 1907, de accenten hersteld. |
|
Foto H.d.V. 30.IV.2006 Wapen van de Koninklijke
Marechaussee van de v.m. Brigade Sittard, 1921. Staatswapen van 1907, in
de titel de accenten weggelaten. (Coll. Museum der Kon.
Marechaussee, Buren) |
|
Een Nieuw Wapen voor de
Koninklijke Marechaussee. |
|
Een nieuw wapen voor de K.Marechaussee
werd ontworpen door de kolonel b.d. van de Koninklijke Marechaussee M.C. van
Houten, toenmalig directeur van het Legermuseum, naar aanleiding van het
135-jarig bestaan van het korps en gepubliceerd op 26 october 1949. [10] Het stelt een granaat voor
met gesloten vlam zoals ook op het in 1947 aangenomen baretembleem, omgeven
door een gekroonde riem met het devies ZONDER VREES EN ZONDER
BLAAM, alles binnen een krans van een eikentak en een lauwertak. Het devies “Zonder Vrees
en Zonder Blaam” is afkomstig uit het boek “Soldat” van Generaal baron Ambert
waarin hij schrijft dat de bijzondere verdiensten van de Gendarmerie te
danken zijn aan het miltaire karakter er van. De generaal prijst in het
bijzonder de trouw en toewijding aan de opdracht “te zijn de schildwacht van de Wet”. Hij schrijft verder: “Ik zag u in het noorden en in het zuiden, in de
steden en in de velden; ik zag u bij dag en bij nacht, bij overstromingen,
brand, bij feesten, bij oproeren, bij moordtonelen, bij het gerecht, en
steeds waart gij de levende wet, veel minder de wet die straft dan de wet die
beschermt. Ik ga nimmer uwe woningen voorbij zonder in de voorgevel deze
geheimzinnige woorden te lezen, die weliswaar onzichtbaar zijn maar die gij
erin hebt gegrift door geheel uw leven: "SANS PEUR ET SANS REPROCHE – Zonder vrees en zonder
blaam”.[11] |
|
|
|
Links de versie uit 1949
t.g.v. het 135 jarig bestaan van het korps: een granaat met gesloten vlam
binnen een riem met gesp en de woorden ZONDER VREES EN ZONDER
BLAAM. Gedekt
met een koninklijke kroon en omringd door een krans van een eikentak en een
lauwertak. Voorpagina van het jubileumnummer van het tijdschrift “De
Koninklijke Marechaussee” [12] Rechts een mogelijk oudere
versie die de granaat toont met gespreide vlam, gelijkend op de granaat van
de Rijkspolitie uit die tijd, de riem
met de titel KONINKLIJKE MARECHAUSSEE, en het
devies op een lint over de samenvoeging van de krans. |
|
Het logo van de Koninklijke Marechaussee werd
in 2000 ontworpen door Total Identity. De
kleuren zijn lichtblauw (Pantone Process Cyan), oranje (Pantone 144) en
diepblauw (Pantone 654). De Koninklijke Marechaussee gebruikt de lettertypen
Syntax, Scala en Arial. |
|
HELM-, BARET- EN PETEMBLEMEN |
|
Foto H.d.V.
30.IV.2006 Helm
van de Marechaussee in gebruik van 1844 tot 1869. Op de
voorkant het koninklijk wapen van 1815/’16. Links boven de officierssjako
model 1860. (Coll.
Mus. Kon. Marechaussee, Buren) Wapen Korps
Politietroepen Het Korps Politietroepen werd op 26 juni 1919 opgericht met als
taak het verrichten van politiediensten ten behoeve van het leger. De haan
met het onderschrift 'Ik waak', afgebeeld op de draagspeld, wordt min of meer
beschouwd als het officiële embleem. |
|
Baretembleem, 1947. Vernikkeld metaal op blauw
geweven stof |
Baretembleem 1953 Verchroomd metaal op
vilten ondergrond (Foto’s coll. Guido
Zuuring) |
Het baretembleem van de
Koninklijke Marechaussee werd vastgestelt bij legerorder N° 57 van 1947. Het
stelt een granaat voor met gesloten vlam, en met een banderol met het opschrift
koninklijke marechaussee, alles in zilver geplaatst op een gestileerde W en met een vilten
achtergrond in Nassaublauw. Het embleem werd op 1 mei 1996 vervangen door een
baret- en petembleem. |
|
Foto H.d.V. 30.IV.2006 Petemblemen van de
Koninklijke Marechaussee in gebruik tot 1 mei 1996. Deze emblemen zijn identiek
aan de petemblemen van de Koninklijke Landmacht met dit verschil dat de lauwerkrans
en de kroon van zilver zijn i.p.v. goud. (Coll.
Mus. Kon. Marechaussee, Buren) |
|
Baret- en petembleem
ontworpen door Frans Smits en ingesteld op 1 mei 1996. [13] |
© Hubert de Vries. Updated 2006.11.07 ; 2007.02.12; 2007.11.07; 2008.03.26;
2009.03.11; 2009.05.22;
2012-03-05
[1] Op zich was die weer een opvolger van de in de 12e eeuw door Hendrik II in Engeland en door Filips Augustus in Frankrijk opgerichte gendarmeriën geleid door een baljuw. Zie ook de trefwoorden seneschalk, schout, drossaard en sherif(f).
[2] Hoek, W. van den: De Geschiedenis van het Wapen der Koninklijke Marechaussee. ’s Gravenhage 1963. Pp. 97-98: Het predikaat „Koninklijke”.
[3] Wilde, E.G. de: De uniformen van het Nederlandse leger ten tijde van de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland 1795-1810.Amsterdam 1999 P. 77.
[4] Wilde, op. cit. 1999, p.p. 195 e.v.
[5] Ook de grondwet van 1814 legde de verantwoordelijkheid voor de grootte en de geoefendheid van leger en vloot bij de soeverein. In de loop der jaren verschoof deze steeds meer naar de Commissaris-Generaal. Het sluitstuk van deze ontwikkeling vormde de grondwetsherziening van 1848, waarmee de ministers (van oorlog en marine) de volledige zeggenschap kregen. Weliswaar behield Koning Willem III formeel het oppergezag over land- en zeemacht, maar in de praktijk had hij geen echte bevoegdheden.
[6] Krogt, M.R. van der: Hofleveranciers in Nederland. Amsterdam, 1985.
[7] Hoek, 1963 op.cit. afb t.o. p. 32 en 64.
[8] Hoek, 1963, op. cit. p. 118.
[9] Cats, B.C. & C.P. Koenders: De Wapenemblemen van het Nederlandse Leger. Kedichem, 1968.
[10] Informatie verstrekt door de archivaris van het Marechausseemuseum Wmr.1 bd H.A. Basten.
[11] Ambert, J.M.J.J.A.J. baron: Soldat. Paris, 1854.
[12] Het wapen is ook te vinden op het door de Fa. Regout gemaakte jubileumbord. Zie www.marechausseesporen.nl
[13] Afb. uit: Bartels, Jacques & Bas Kist: Veel Veren. 1999.