LIMBURG
HET WAPEN VAN LIMBURG IS EEN RODE LEEUW MET DUBBELE STAART, EEN gouden kroon, tong en klauwen op een zilveren veld. [1] |
|||
|
|||
Hoewel daaromtrent niets met zekerheid is te zeggen meende men wel dat Belgisch Limburg of Loon in de laatste eeuw voor Christus werd bewoond door de Eburones. [2] Deze stam bood in 54 v.C. onder hun leider Ambiorix aanvankelijk succesvol verzet tegen de troepen van Caesar. In 51 v.C. werd het gebied van de Eburones door romeinse detachementen verwoest en de hele bevolking uitgemoord of gevangengenomen. [3] Daarna verdwenen de Eburones uit de geschiedenis. In Tongeren staat een standbeeld voor Ambiorix. Het werd gemaakt in 1866 en staat in een romantische nationalistische traditie waarin ook het Hermannsdenkmal in Detmold en het standbeeld van Vercingetorix in Frankrijk (in Alise Ste-Reine dept. Côte d’Or) staan. Zoals we in Holland in de late keizertijd de Batavieren aantreffen in het romeinse leger, zo zien we ook een enkele legereenheid in die tijd uitgemaakt worden door de Tongeren die in het huidige Belgisch Limburg ofwel het voormalige graafschap Loon woonden en waaraan de stad Tongeren zijn naam ontleent. In de al eerder genoemde Notitia Dignitatum wordt onder de titel "Tongrecani" een rood rond schild afgebeeld met concentrische cirkels: in het midden een blauw schijfje en daaromheen een witte rand met gele zoom. Om het schild is een groene rand met aan de binnenzijde een gele zoom. [4] |
Ambiorix Door J.-L. Huens, naar het
standbeeld van Jules Bertin in Tongeren, 1866 |
||
Net als met de schilden van de Nerviërs, de Menapiërs en de Batavieren vinden we ook het schild van de Tongeren later niet meer terug en is er van een “Tongers symbool” niet wezelijk sprake. |
|||
Schild van de Tongeren, 4e
eeuw Rood, een groene zoom en
drie concentrische cirkels (van buiten naar binnen): geel, geel en wit rondom
een blauwe schijf (naar de Notitia Dignitatum) |
|||
Zegel van Hendrik van
Limburg aan een oorkonde van 1208.
Op dit zegel komt voor het eerst het schild met de limburgse
leeuw voor. Het omschrift luidt: SIGILLVM HENRICI DVCIS DE LEMBORG Staasarch. Düsseldorf,
Arch. Aachen, Urk. nr. 22. |
Een wapen voor een limburgse graaf komt voor het eerst voor aan het begin van de dertiende eeuw. Hendrik, graaf van Limburg kreeg in 1101 van Keizer Hendrik IV de titel van Hertog van Lotharingen. Hoewel deze titel hem door Hendrik V al in 1106 weer werd ontnomen ten gunste van Godfried met de Baard van Leuven, bleven hij en zijn opvolgers de titel wederrechtelijk voeren. Een uitzondering hierop was Walram I die van 1128 tot 1139 door Lodewijk van Supplinburg feitelijk met het hertogdom was beleend.Hendrik III was de eerste graaf die een wapen voerde. Op zijn schild staat een leeuw en deze komt voor het eerst voor op zijn zegel uit 1208. Walram III, de zoon van Hendrik III, zegelde vanaf zijn meerderjarigheid door zijn huwelijk in 1214 met Ermesinde, de erfdochter van Luxemburg, met een gekroonde leeuw. Dit is het gewone onderscheidingsteken in die tijd van de opvolger in de titel. [5] Toen hij zijn vader in 1221 opvolgde liet hij dan ook de kroon voortaan weg. Tegelijkertijd verdubbelde hij de staart van de leeuw en dat wordt wel uitgelegd als samenhangend met het feit dat hij nu over twee gebieden heerste, nl. dat van zijn vrouw waarvoor hij het regentschap waarnam in Luxemburg, en dat van hemzelf. [6] Voor Hendrik IV worden de kleuren van het wapen voor het eerst vermeld. De avonturen die Hendrik beleefde als deelnemer aan de kruistocht van Frederik II (1227) worden verteld in de veertiende eeuwse |
||
roman "Heinric ende Margriete van Limborch" en hierin staat het wapen beschreven als "van silvere, enen leeu van kelen, ene stert gesplet". Dit komt overeen met wat er staat in de wapenrol Bigot uit 1254 die beschouwd kan worden als de oudste contemporaine bron die een beschrijving van het wapen geeft. Er staat: "Le duc de Limborc, l'escu blan a un lion de geules rampant a le keu forkie". (De hertog van Limburg, een wit schild met een rode klimmende leeuw met gevorkte staart). [7] Een gekleurde leeuw op een gouden of zilveren veld duidt op een rang in de militaire organisatie direct onder die van de legeraanvoerder of hertog. Hertogen gebruikten leeuwen of adelaars altijd in metaal, dus zilver of goud, op een gekleurd veld. Het limburgse wapen betekent dus zoveel dat de limburgse "hertogen" weliswaar de hertogelijke titel voerden maar niet bekleed waren met het opperbevel over een leger, hetgeen de titel zou moeten inhouden. In tegendeel onderscheidden zij zich dus in hun militaire bevelsbevoegdheid niet van bv. de graven van Holland en Vlaanderen. Zeker kan de bevelsbevoegdheid en daarmee het wapen hem door Keizer Otto IV zijn verleend. Met de dood in 1283 van de erfdochter van Limburg, Irmgard, ontstond er een strijd om de opvolging in Limburg. Een neef van Irmgard, Adolf van Berg, verkocht zijn rechten hetzelfde jaar nog aan hertog Jan I van Brabant. De echtgenoot van Irmgard, Reinout I van Gelre en tot dan toe regent, deed hetzelfde vijf jaar later aan de graaf van Luxemburg. In 1288 werd Reinout in de beroemde Slag bij Woeringen, waarin hij het opnam tegen de brabantse hertog, verslagen en gedood. Sindsdien werd Limburg in personele unie met Brabant geregeerd. Al in de jaren negentig van de dertiende eeuw verschijnt
er een combinatie van de wapens van Brabant en Limburg op munten die in beide
gebieden in omloop waren. Niet lang daarna werden de wapens gekwartileerd en
Jan III gebruikte deze kwartilering ook op zijn zegels. Aangezien Jan de
juridische opvolger was van Adolf en niet van Reinout, voerde ook hij de limburgse leeuw gekroond. Onder zijn opvolgers in de titel
is daar nooit verandering in gekomen. De limburgse
leeuw bleef voorkomen in het wapen van de Hertogen van Brabant tot Filips II.
Voor een korte tijd keerde hij terug in de landsheerlijke wapens van Maximiliaan
Emanuel van Beieren en vervolgens op de wapens voor de Oostenrijkse
Nederlanden van Jozef II, Leopold II en Frans II. |
|||
Le
Duc de Limbeurch In
het “Armorial Equestre du Toison d’Or”[8] |
|||
Zoals ook in de andere gewesten kwam het oorspronkelijke simpele wapen onder de regering van Filips de Goede weer in gebruik. Het is daarna tot het eind van het Ancien Régime op zegels en in publikaties te vinden, vanaf het begin van de zestiende eeuw gedekt met een hertogskroon. Een helmteken van het limburgse wapen werd gecreëerd door Filips de Goede. Het is een rode hoed met omgeslagen hermelijnen rand waarop de staande leeuw uit het wapen. [9] |
|||
Aan het gebruik van het limburgse wapen kwam een eind toen Limburg na de inlijving bij Frankrijk in 1795 werd verdeeld onder de departementen Meuse Inférieure en Ourthe. Onderdeel van Meuse Inférieure werd ook het graafschap Loon, tot dan toe behorend bij Luik. Gedurende de Republiek en het Keizerrijk werd er gezegeld met resp. de Franse Maagd en de keizerlijke adelaar. [10] |
|||
Zegel van het Canton Peer In de Franse Tijd |
Zegel van het Cour Speciale du Dept. de
la Meuse Inférieure |
||
Het departement Meuse Inférieure werd in 1814 een provincie van Nederland en omgedoopt in Limburg. Het wapen met de rode leeuw werd daarna voor deze provincie gebruikt. Wapen van Limburg
1814-1830 Op het wapentableau van
A.G. Zurcher voor de Hoge Raad van Adel in Den Haag. |
|||
Na de Belgische Opstand bleef Limburg een twistappel tussen België en Nederland. Bij verdrag van 1839 tussen de twistenden hield België het westelijk deel, het voormalige graafschap Loon. Het oostelijk deel kwam aan Nederland maar trad tevens toe tot de Duitse Bond. [11] |
|||
Voor dit deel bleef aanvankelijk het aloude wapen gevoerd. Toen in 1864 de Duitse Bond werd opgeheven werd het oostelijk, Nedertlandse deel, het Gouvernement Limburg. Voor dit Gouvernement, nog steeds hertogdom genoemd, werd bij Koninklijk Besluit van 27 december 1886 een nieuw wapen aangenomen. Hierop staat de limburgse leeuw op een gekwartileerd rugschild waarop de wapens terug te vinden zijn van de delen van de historische gebieden die in de provincie zijn gelegen. In het eerste kwartier staat het wapen van Valkenburg dat hetzelfde is als dat van Limburg omdat het door een tak van het Limburgse Huis werd geregeerd. In het tweede kwartier staat het wapen van Gelre, voor het gebied rond Venlo. In het derde kwartier staat het wapen van Horne, het gebied rond Weert en in het vierde dat van Gulik voor het gebied rond Born en Z.O. Limburg. Op het wapen staat een hertogskroon met een omgeslagen hermelijnen rand, drie beugels en een purperen muts. [12] |
|||
19e eeuwse zwart-wit
versie [13] |
20e eeuwse gekleurde
versie van Huub van Gerven |
||
Het
betreffende Koninklijke besluit luidt als volgt: K.B.
dd. 27 december 1886, N°
26. Wij WILLEM
III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU,
GROOT-HERTOG VAN LUXEMBURG, enz.,
enz., enz. Beschikkende op het aan Ons
ingediende verzoekschrift van de Provinciale Staten van het Hertogdom Limburg,
om de verleening van een nieuw wapen voor dit Hertogdom, volgens daar van
overgelegd model; Op de voordracht van Onzen
Minister van Justitie van den 23 December 1886 1e
afd. A. N 95; Hebben goedgevonden en verstaan: aan het
Hertogdom Limburg te verleenen het navolgende wapen, zijnde een
gevierendeeeld schild, het eerste kwartier in zilver een van goud gekroonde
en geklauwde leeuw van keel met dubbelen staart (Valkenburg), het
tweede kwartier in goud een van keel getonmgde en geklauwde ongekroonde leeuw
van sabel (Gulik), het derde kwartier in goud drie horens van keel,
geplaatst twee en een, en voorzien van banden van zilver (Horn), het
vierde kwartier in azuur een leeuw van goud met dubbelen staart, getongd van
keel, gekroond en geklauwd van goud (Gelderland vóór 1371); over alles
heen een hartschild van zilver beladen met een van goud gekroonden en
geklauwden leeuw van keel met dubbelen staart (Limburg), het schild
gedekt met den Limburgschen hertogelijke hoed of kroon. Onze Minister van Justitie is
belast met de uitvoering van dit besluit. Het
Loo, den 27 December 1886. WILLEM De
Minister van Justitie, du Tour van Bellinckhave |
|||
Wapen van Loon aan het begin van de 15e
eeuw. Het wapen gedwarsbalkt van
goud en rood en op de helm twee ezelsoren als helmteken.[14] |
Loon en Horne Voor het graafschap Loon is altijd een wapen gevoerd met vier rode balken op een gouden veld Het wapen van Loon komt voor de eerste keer voor op het zegel van Aarnout van Loon uit 1237. De wapenrol Bigot geeft de kleuren: Li quens de Loz, l'escu burelé d'or et de geules (Gedwarsbalkt van goud en rood). [15] Aarnout van Horne verving na de inlijving van Loon het helmteken van Loon, twee ezelsoren, door een helmteken van haneveren. Daarna komt het gedwarsbalkte wapen ononderbroken op munten van het Prinsbisdom voor. Van het wapen van Horne wordt voor het eerst melding gemaakt door de wapenrol Bigot: Guillaume de Hornes. l'ecu blanc a trois cors de geules. Het wordt bevestigd door het zegel van Willem van Horne uit 1282. In de veertiende eeuw werd het veld goud, de hoorns werden met goud beslagen. [16] Limburg Voor de Belgische provincie Limburg is tot 1996 het wapen van Limburg gevoerd. De betreffende passage in het K.B. omtrent het grootzegel van België van 1837 luidt:
2° Limbourg, d'argent au lion
de gueules, à la queue fourchue en sautoir, armé, lampassé et couronné d'or. [17] Op 8 mei 1996
besliste de Provincieraad van Belgisch Limburg dat het wapen voortaan zou
bestaan uit de limburgese leeuw, het wapen van Loon, een hertogshoed en
schildhouders. |
||
Wapen: Zilver, een gekroonde rode leeuw met gouden tong en nagels, dragende een schild gedwarsbalt van tien stukken goud en rood. Kroon: Een hertogshoed van drie beugels en een omgeslagen hermelijnen rand Schildhouders: Rechts een hert en links een zwaan met een gouden kroon om de nek, staande op twee gekruiste eikentakken, alles in de natuurlijke kleuren. |
|||
© Hubert de Vries 1995
Updated 2011-06-05
[1] Een goede samenvattende
studie over het wapen van Limburg bestaat nog niet. Dit stuk is gebaseerd op passages
bij: Laars, T. van der: Wapens, Vlaggen en Zegels van Nederland. Amsterdam
1913. Gevaert E.: Het wapenteeken en de kleuren der Belgische Provinciën.
Brussel, 1919. Boeren,
P.C.: De limburgse leeuw. Maastricht, 1940. Wirion,
L.: La Maison de Luxembourg et son Blason. Bruxelles,
1945. Wirion, L.: Le Lion Luxembourgeois à travers les âges. In: Annuaire de la Societé Héraldique Luxembourgeoise. 1951-'52.
P.A.E.: Origine des armes de Luxembourg. In:
Archivum Heraldicum, 1955, p. 19. Sierksma, K.: De gemeentewapens van Nederland.
Utrecht/Antwerpen, 1968.
Deze auteurs spreken elkaar op verschillende punten tegen. Dit stuk is
een bewerking van Vries, Hubert de, Wapens van de Nederlanden. Amsterdam 1995
pp. 139-142.
[2] ...de Eburones, die voornamelijk tussen Maas en Rijn wonen en in die tijd werden geregeerd door Ambiorix en Catovulcus (Caesar H. VI.1). De Eburones hoorden dus eerder in het gebied van Geldern en Gulik thuis.
[3]
Caesar H. VIII.2.
[4] Berger, P. op.cit.: Tongrecani.
afb. 49 (fol. 202r) n 4.
[5] Zo'n kroon zien we ook in
het wapen van de graven van Berg, een jongere tak van het Limburgse Huis. Zie
hiervoor ook het hoofstukje over Gelderland. Een ander voorbeeld is het wapen
van de landgraven van Hessen die het wapen van Thüringen gebruikten met een
kroon op de kop van de leeuw. Hessen was een
afsplitsing van Thüringen.
[6] Raadt, J. de: Sceaux
Armoriés des Pays Bas. Brussel, 1897, p.352. Het omschrift op het zegel luidt:
Walramius filius ducis de Lebg.
[7] Brault, G.J. op.cit. 1973
p. 17 n° 22 met
de toevoeging "Rujers". Deze toevoeging betekent dat Limburg tot het
Roergebied werd gerekend dat onderscheiden werd van Brabant en Holland.
[8] Uit: Pinches en Wood: A European Armorial. London, 1971
[9] Wapenboek van Bergshammer,
Riksarkivet, Stockholm fol. 9 (n° 50).
[10] Laere, R. van: Zegelmatrijzen uit de verzamelingen van het Provinciaal Museum (Hasselt) an het Rijksarchief (Maastricht). In: Revue Belge de Numismatique, 1979, pp. 127-160. Pl. II-V
[11] Volgens de grondwetsherziening
van 1840 omvatte Nederland, naast de
"provinciën", "mitsgaders het Hertogdom Limburg, behoudens de
betrekkingen van dat Hertogdom, met uitzondering der vestingen Maastricht en
Venlo en van derzelver kringen, tot het Duitsche Verbond."
[12] Een recente studie over het huidige wapen van Nederlands Limburg: Poels, Jos: Wapenfeiten. 125 Jaar provinciewapen Limburg, 1886-2011. Limburg, 2011.
[13] Uit: Ablaing van
Giessenburg, W.J. d’: Nederlandsche Gemeentewapens of wapenboek der gemeenten,
heerlijkheden, Waterschappen en Corporatïen van het Koninkrijk der
Nederlanden. Met twee vervolgen door J.M. Lion. Arnhem 1896
[14] Wapenboek Bergshammer fol. 16v, R.A. Stockholm.
[15] De Raadt, op.cit. T. II, p.
376. Brault, G. op.cit. n° BA 38 met de toevoeging: Ardenois. Voor de
verdere wapenvoering van de graven van Loon: De Raadt, op.cit. T.II. pp. 376-380.
[16] Brault, G. op.cit. n BA 119 met de
toevoeging Rujers. De Raadt, op.cit. T. II. p. 108. De verdere wapenvoering van
het geslacht Horne op de volgende pp. tot 113.
[17] 17 Mars 1837 Arrêté qui
détermine le sceau de l'État (Bull. off., n. CXXVII).