DISCLAIMER

This site is a mirror of the original site, made in 2022 by Heraldry of the World. The original site is unaltered. This mirror functions as an archive to keep the material available on-line.
All rights remain with the late Hubert de Vries, the original site owner.

Het Staatswapen van de Nederlanden

 

Hubert de Vries

NEDERLAND

I.  DE LAGE LANDEN

II. DE REPUBLIEK

 

 III.  HET KONINKRIJK

 

Koninkrijk Holland

Souverein Vorstendom

Koninkrijk der Nederlanden

Rijkslogo

 

 

HET KONINGRIJK HOLLAND

 

Vier ontwerpen van George Kockers voor een staatszegel van het Koningrijk Holland

(Nationaal Archief Den Haag)

 

IN 1806 MAAKTE DE MEDAILLEUR GEORGE KOCKERS EEN AANTAL ONTWERPEN VOOR HET staatswapen van het Koningrijk Holland die in het Nationaal Archief als bijlage bij het Koninklijk Decreet van mei 1807 zijn te vinden.  In de ontwerpen wordt het oude wapen van de Staten Generaal op verschillende wijzen met de Franse adelaar als schildhouder gecombineerd. Geen van deze ontwerpen schijnt te zijn goedgekeurd. Eén ontwerp werd ook daadwerkelijk door Kockers uitgevoerd. Het is het wapen van de Nederlanden met een gouden gekroonde leeuw met zwaard en pijlbundel, geplaatst op de borst van de Franse adelaar op zijn beurt geplaatst op een paalsgewijs geplaatst zwaard behorende bij de waardigheid van Grand Connêtable van Frankrijk. Achter deze compositie de ketenen van het Legioen van Eer en van de Orde van het Gulden Vlies. De wapencompostie geplaatst op een wapenmantel van Frans keizerlijk model, opgehouden door een met een scepter met de leeuw uit het wapen gekruiste Hand der Gerechtigheid en gekroond met een koninklijke kroon.

 

Staatswapen van het Koningrijk Holland op een penning van de medailleur George Kockers, 1806.

 

Ook van dit uitgevoerde ontwerp zijn geen aanwijzingen dat het ooit officieel is gebruikt. In ieder geval maakten de bepalingen in het decreet van 20 mei 1807 aangaande het koninkljk wapen het bestaan van een staatswapen overbodig.

 

HET SOUVEREINE VORSTENDOM

 

Staatszegel van het Souvereine Vorstendom der Nederlanden, 1814

Wapenzegel: W.: ¼: 1 & 4: De Nederlanden; 2 & 3: ¼ Chalons-Orange met hartschild Genève; Hs: Nassau. Kroon: een gevoerde kroon met vijf fleurons, vier parels en vijf beugels. Orde: De keten en het kruis van de Schwarzen Adlerorden (Pruisen, 1701). Devies: ie maintiendrai. (Æ 8,3 cm. Nederlands Muntmuseum Utrecht inv. n° 1971-464)

 

Het wapen dat de Souvereine vorst in 1814 voor zichzelf vaststelde gaat in principe geheel op de door Lodewijk Napoleon ingeslagen weg voort. In het besluit is er wel sprake van „Ons wapen” en van de „Wapenen der door Ons geregeerde Landen” naar analogie van de passages in het Tractaat van Parijs en het decreet van 20 Mei 1807  waarin over de „oude Wapenen van den Staat”en „den Franschen Keizerlijken Adelaar” wordt gesproken. Van een wapencompositie die speciaal gebruikt zou moeten worden door de staatsorganen is geen sprake. Niettemin werd in de practijk toch een wapencompositie gebruikt die volgens de letter van de theorie te betitelen valt als staatswapen. Zo zien wij op zegels en cachetten het wapen van de Souvereine Vorst en later van de Koning steeds worden gehouden door de traditionele leeuwen. Deze werden echter eveneens gebruikt door de regerende vorst zodat het staatswapen indentiek werd met de wapencompositie van de souverein.

 

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

 

OP 9 JUNI WERD BIJ SLOTAKTE VAN HET CONGRES VAN WENEN,  WAARBIJ DE RESTEN  VAN het Franse Keizerrijk onder de overwinnaars werden ver­deeld, de stichting van het Koninkrijk der Nederlanden gesanctioneerd. De eenheid van de Noordelijke- en de Zuidelijke Nederlanden werd voor het eerst sinds de Unie van Atrecht hersteld. Op 24 augustus 1815 nam Willem Frederik als Koning Willem I een nieuw wapen aan.

            In het besluit wordt een onderscheid gemaakt tussen „Het Wapen van het Koningrijk”, verderop „Rijkswapen” genoemd, en dat van „Ons en Onze successeuren”. Het feitelijk onderscheid lag in de pronkstukken. Helmteken, schildhouders en devies werden uitdrukkelijk aan de vorst voorbehouden.

            Het wapen was een (artistiek gelukkige) combinatie van dat van de Repu­bliek en het stamwapen van Nassau. Conform de staatsopvattingen van Willem I, overheerste echter het Nassause element. Er wordt bepaald dat het wapen het „...Geslachtswapen van Nassau” is, vermeerderd met kroon, zwaard en pijlbundel. Hiermee was de oude Statenleeuw ten grave gedragen. [1]

            In dit wapen vindt er een absolute gelijkstelling tussen het rijk en de vorst plaats die zelfs de Bourgondische, Habsburgse en Franse vorsten in de Nederlanden niet hebben gewaagd. In de wapens van deze vorsten immers, zijn de elementen rijk en vorst nog steeds duidelijk in het wapen te onderscheiden. Men zou dus kunnen zeggen dat eerder een voorbeeld genomen is aan het wapen van de Franse koningen dan aan de wapens van de Duitse vorsten die over de Nederlanden hebben geregeerd.

 

Foto H.d.V. 2006

Wapenbord met het  Rijkswapen van 1815, oorspronkelijke versie.

Boven een monument aan de fabrieksmuur van Nijverdal Ten Cate, Nijverdal. 

 

De tekening die bij het het Koninklijk Besluit hoorde en de uitvoering van het Koninklij Besluit was niet geheel naar de zin van Willem I. In een antwoord op een schrijven van de koning bepaalde de Hoge Raad van Adel:

 

In de uitvoering van Zijner Majesteits Besluit, van den 24sten Augustus 1815, No. 71, met opzigt tot ’s Rijks wapen, die nauwkeurigheid in het plaatsen der blokken niet in acht is genomen zijnde als behoorde, is den Hoogen Raad van Adel, ingevolge Zijner Majesteits besluit, van den 24 Junij 1816, No. 77, gelast het nevengaande verbeterd model toetezenden, met uitnodiging, om op de reeds bij u gebruikt wordende cachetten enz., die veranderingen te doen werkstellig maken, bestaande;

1°. In het doen verlengen der blokken, zoo dat dezelve langer dan breed zijn.

2°. Met hier of daar aan den kant des schilds er afgesneden te doen zien, doende het getal der blokken niets ter zake, mits dezelve over het schild als bezaaid onregelmatig liggen.

3°. Met het teeken, hetwelk het geslacht des Leeuw aanduidt, zigtbaarder te doen stellen.

4°. dat dezelve in natuurlijke kleur op het model afgeteekend zijn.

Alhetwelk den Raad, na ingenomen advies van een graveur, op alle in het koper gesneden zegelen en cachetten, onderrigt is, gemakkelijk en met weinig kosten te kunnen geschieden…[2]

 

 

 

Konings Wapen 

volgens het besluit van 1815 en het schrijven van de Hoge Raad van Adel van 2 juli 1816,  zoals in het register van de Hoge Raad van Adel in Den Haag

 

In 1907 werd bij K.B. van 10 juli het wapen van het koninkrijk opnieuw vastgesteld waarbij enige als verbeteringen gepresenteerde veranderingen werden aangebracht. Het onder­scheid tussen koninklijk- en staatswapen verviel waar gesproken werd van „Het wapen dat door het Koninkrijk der Neder­landen, zoowel als door Ons en Onze opvolgers, Koningen der Nederlan­den, zal worden gevoerd”. De kroon waarmee de leeuw op het wapen was gekroond werd er één met drie bladen en twee parels, inplaats van een koninklijke. De nagels werden nu, net als de tong, rood. Het zwaard werd benoemd als een romeins zwaard en het aantal pijlen vastgesteld op zeven. De schildhoudende leeuwen werden gelijk aan die op het wapen maar zonder kroon. Het lint werd blauw met gouden letters, inplaats van dat de kleur in het midden werd gelaten zoals in 1815. De wapencompositie werd geplaatst op een uit een baldakijn vallende wapenmantel.

            Uit de wapencompositie kan de mantel, maar ook mantel, devies en schildhouders worden weggelaten, zodat een middelste, resp. klein wapen onstaat. Het middelste wapen, dat dus beschouwd kan wordne als de opvolger van het staatswapen, wordt door allerlei overheidsinstanties gebruikt en is o.m te zien op de wapenborden van de Nederlandse ambassades in het buitenland en op het paspoort.

 

 

Het middelste wapen van het Koninkrijk der Nederlanden

volgens Koninklijk Besluit van 10 juli 1907, zoals op het omslag van het paspoort model 1950.

 

Het Rijkslogo

 

In 2006 werd door de Rijksoverheid de behoefte gevoeld om de wildgroei aan logo’s die door ministeries en rijksdiensten werden gebruikt te beëindigen. Voorgesteld werd een nieuw logo te laten ontwerpen dat voor alle onderdelen van de Rijksoverheid uniform zou zijn.

In feite werd hiermee teruggegrepen op het decreet van 20 mei 1807 no. 25 waarin door Lodewijk Napoleon werd bepaald dat de rijksdiensten het koninklijk wapen zouden voeren, vergezeld van de naam van de dienst.

Aan dit decreet is ook onder het 2e koninkrijk tot ver in de 20ste eeuw de hand gehouden, ook toen het onderscheid tussen het staatswapen en het koninklijk wapen was vervallen. Een zwart-witversie voor drukwerk uit het begin van de 20e eeuw was van een krachtig grafisch ontwerp en werd tot in de jaren negentig op overheidsdocumenten gebruikt.

 

Op 22 december 2007 werd door premier Balkenende een Rijkslogo gepresenteerd dat geïnspireerd was door het staatswapen. Het ontwerp, dat werd gemaakt en triomfantelijk gepresenteerd door Studio Dumbar, ontmoette veel kritiek, o.m. ook doordat het sprekend leek op het oudere logo voor het Ministerie van Algemene zaken. Ook werden de blokken, waaraan grafische ontwerpers om onverklaarbare redenen een grote hekel schijnen te hebben, weggelaten.

De Hoge Raad van Adel, bij monde van haar secretaris Dhr. E.J. Wolleswinkel, maakte tevens bezwaar tegen het weglaten van de blokken op het schild en het twijfelachtige geslacht van de drie leeuwen. Als gevolg hiervan werd het logo aangepast door de blokken toe te voegen en de geslachtsdelen van de leeuwen, kennelijk met tegenzin, iets te accentueren. [3]

Niettemin bleek uiteindelijk ook de wapenspreuk vervallen.

Het aangepaste logo werd vanaf het midden van 2008 door de verschillende ministeries en rijksdiensten ingevoerd en hiermee werd de uitvoering van het decreet van 1807 weer hersteld.

 

 

Oorspronkelijk en definitief ontwerp van het Rijkslogo,  2007,  2008.

 

Terug naar de Startpagina

 

© Hubert de Vries 2006-06-02

Updated 2009-11-25



[1]) Zie ook Pama, C.: Het Wapen der Nederlanden. 1942, pp. 12-14. die voor de redenen van de wijziging van het wapen verschillende hypothesen geeft. Uit geheime stukken blijkt dat eerst is overwogen de wapens van Brabant en Holland te kwartileren (vriendelijke mededeling van Dhr. D. van der Horst) maar dit zou juist de scheiding weer teveel benadrukken. Als de Statenleeuw zou worden gebruikt, welke kleur zou dan het veld moeten hebben? Heraldisch gezien kwamen slechts rood, zwart en blauw in aanmerking. De eerste twee kleuren waren uitgesloten vanwege de gelijkenis met het wapen van de Republiek of van Brabant die dan zou onstaan. Waarom dus niet het blauwe veld, uiteraard met de blokken, gekozen. Men kan zich voorstellen dat de redactie "...Geslachtswapen van Nassau (...) welk wapen wij nu vermeerderen etc." pas op het laatste moment is gekozen. Tegen het verdwijnen van de Statenleeuw heeft vooral Bilderdijk zich in een heftige polemiek verzet.

[2] ) Schrijven van de Hoge Raad van Adel, 2 juli 1816 (Nationaal Archief).

[3] ) Zie supra 2 juli 1816, 3°. Vergelijk.: “Protests from female soldiers have led to the Swedish military removing the penis of a heraldic lion depicted on the Nordic Battlegroup’s coat of arms. The armed forces agreed to emasculate the lion after a group of women from the rapid reaction force lodged a complaint to the European Court of Justice, Göteborgs-Posten reports. But although the army was eventually happy to make the changes in the interests of gender equality, the artist who designed the insignia was less than pleased. “A heraldic lion is a powerful and stately figure with its genitalia intact and I cannot approve an edited image,” Vladimir A Sagerlund from the National Archives told Göteborgs-Posten. Sagerlund blasted the army for making changes to the coat of arms without his permission. “The army lacks knowledge about heraldry. Once upon a time coats of arms containing lions without genitalia were given to those who betrayed the Crown,” said Sagerlund. But the castrated lion has already won the day and is now worn on the arms of all soldiers in the battle group’s Swedish battalions. “We were given the task of making sure the willy disappeared,” Christian Braunstein from the army’s ‘tradition commission’ told Göteborgs-Posten. “We were forced to cut the lion’s willy off with the aid of a computer,” he added: First they came for the lions, gentlemen. Who do you think will be next?

 

Flag Counter In cooperation with Heraldry of the World